ECLI:NL:GHAMS:2018:3812

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
19 oktober 2018
Publicatiedatum
19 oktober 2018
Zaaknummer
23-000835-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in zaak van Marktplaatsoplichting door onvoldoende bewijs en gebrekkig opsporingsonderzoek

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 19 oktober 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1992, werd beschuldigd van Marktplaatsoplichting, waarbij zij zich voordeed als een bonafide verkoper van een Cartier-ring en een slachtoffer tot de afgifte van €300,-- heeft bewogen. De tenlastelegging omvatte meerdere elementen van bedrog, waaronder het gebruik van een valse naam en het opgeven van een verkeerd adres. Tijdens de zitting in hoger beroep op 5 oktober 2018 heeft de verdachte ontkend de advertentie te hebben geplaatst en gesuggereerd dat een ander haar bankrekeningnummer had misbruikt. De advocaat-generaal eiste een taakstraf en schadevergoeding voor de benadeelde partij, maar de verdediging pleitte voor vrijspraak wegens gebrek aan bewijs.

Het hof heeft vastgesteld dat het bewijs tegen de verdachte onvoldoende was om tot een veroordeling te komen. Er was geen overtuigend bewijs dat de verdachte daadwerkelijk de advertentie had geplaatst of het slachtoffer had opgelicht. Het hof merkte op dat er geen verder opsporingsonderzoek was gedaan naar objectieve gegevens, zoals het IP-adres van de advertentie of andere advertenties die aan de verdachte konden worden gelinkt. Hierdoor kon niet met redelijke zekerheid worden vastgesteld dat de verdachte de daden had gepleegd zoals ten laste gelegd.

Als gevolg hiervan heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd, de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten en de benadeelde partij niet ontvankelijk verklaard in haar vordering. De kosten werden door beide partijen gedragen. Deze uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de noodzaak van gedegen opsporingsonderzoek.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000835-18
datum uitspraak: 19 oktober 2018
tegenspraak
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld door de verdachte tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 5 maart 2018 in de strafzaak onder parketnummer 13-046752-16 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1992,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 5 oktober 2018 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Gelet op de in hoger beroep door het gerechtshof toegelaten wijziging is aan de verdachte ten laste gelegd dat:
zij in op of omstreeks de periode van 1 augustus 2014 tot en met 1 september 2014 te Amsterdam en/of Rotterdam, althans in Nederland, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een geldbedrag van 300 euro,
- zich voorgedaan als bonafide aanbieder/eigenaar van een ring van het merk Cartier en/of
- een advertentie op Marktplaats.nl een geplaatst, waarin zij, verdachte, een ring van het merk Cartier te koop aanbood voor een bedrag van € 300,-- en/of
- toen die [slachtoffer] op dat aanbod reageerde voor die ring, een aankoopbedrag van € 300,-- overeengekomen en/of
- de naam [naam] opgegeven, althans een andere naam dan de naam van verdachte en/of
- een (contact)adres opgegeven, althans een ander adres als het (privé/verblijfs-)adres van verdachte en/of
- toegezegd (per mail), nadat zij akkoord was met het betalings- en verzendingsvoorstel en/of na betaling, de pakketten en/of de ring te verzenden,
- ter betaling van die koopsom, haar, verdachtes, rekeningnummer aan die [slachtoffer] bekendgemaakt,
waardoor die [slachtoffer] tot vorenomschreven afgifte werd bewogen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de politierechter.

Vrijspraak

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een taakstraf van twintig uur, subsidiair tien dagen hechtenis en één week voorwaardelijke gevangenisstraf met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast dient de vordering van de benadeelde partij van € 300,-- te worden toegewezen met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel tot datzelfde bedrag.
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte dient te worden vrijgesproken bij gebrek aan voldoende wettig en overtuigend bewijs, gelet op de verklaring van de verdachte dat een ander dan zij gebruik heeft gemaakt van haar bankrekeningnummer.
De verdachte heeft ter zitting in hoger beroep bevestigd dat het aankoopbedrag van € 300,-- euro voor de ring inderdaad naar haar bankrekeningnummer is overgemaakt. Zij heeft echter ontkend dat zij degene is geweest die de ring op Marktplaats te koop heeft aangeboden. Zij heeft gesuggereerd dat een ander mogelijk haar bankrekening heeft misbruikt. De verdachte heeft deze mededeling niet onderbouwd, maar daar staat tegenover dat het opsporingsonderzoek evenzeer summier is.
Het beschikbare bewijsmateriaal komt er in de kern op neer dat op verdachtes bankrekening het aankoopbedrag voor de ring is gestort. Daaruit volgt niet zonder meer dat de verdachte ook degene is geweest die het slachtoffer, door middel van de in de tenlastelegging omschreven gedragingen, heeft opgelicht. Zonder dat enig voor de hand liggend nader opsporingsonderzoek is verricht naar objectieve gegevens, zoals het voor het vervaardigen van de Marktplaats-advertentie gebruikte ip-adres, mogelijk andere advertenties die aan de verdachte zijn te linken en/of mogelijk meer dubieuze en onverklaarbare bedragen die op het bankrekeningnummer van de verdachte zijn gestort, is het hof van oordeel dat zonder dit mogelijk aanvullende steunbewijs, niet buiten redelijke twijfel kan worden bewezen dat verdachte degene is geweest die de Marktplaats-advertentie heeft geplaatst, gemaild heeft met het slachtoffer over de prijs van de ring en de reden van de verkoop voor dat bedrag en een onjuiste naam en contactgegevens heeft opgegeven.
Nu de verdachte in hoger beroep ter zake van het ten laste gelegde feit wordt vrijgesproken, wordt de benadeelde partij niet ontvankelijk verklaard in haar vordering.

Beslissing

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart de benadeelde partij niet ontvankelijk in het gevorderde.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J. Piena, mr. N.A. Schimmel en mr. R.D. van Heffen, in tegenwoordigheid van mr. F. Kruiswijk, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 19 oktober 2018.
[…]
.