ECLI:NL:GHAMS:2018:3812
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in zaak van Marktplaatsoplichting door onvoldoende bewijs en gebrekkig opsporingsonderzoek
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 19 oktober 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1992, werd beschuldigd van Marktplaatsoplichting, waarbij zij zich voordeed als een bonafide verkoper van een Cartier-ring en een slachtoffer tot de afgifte van €300,-- heeft bewogen. De tenlastelegging omvatte meerdere elementen van bedrog, waaronder het gebruik van een valse naam en het opgeven van een verkeerd adres. Tijdens de zitting in hoger beroep op 5 oktober 2018 heeft de verdachte ontkend de advertentie te hebben geplaatst en gesuggereerd dat een ander haar bankrekeningnummer had misbruikt. De advocaat-generaal eiste een taakstraf en schadevergoeding voor de benadeelde partij, maar de verdediging pleitte voor vrijspraak wegens gebrek aan bewijs.
Het hof heeft vastgesteld dat het bewijs tegen de verdachte onvoldoende was om tot een veroordeling te komen. Er was geen overtuigend bewijs dat de verdachte daadwerkelijk de advertentie had geplaatst of het slachtoffer had opgelicht. Het hof merkte op dat er geen verder opsporingsonderzoek was gedaan naar objectieve gegevens, zoals het IP-adres van de advertentie of andere advertenties die aan de verdachte konden worden gelinkt. Hierdoor kon niet met redelijke zekerheid worden vastgesteld dat de verdachte de daden had gepleegd zoals ten laste gelegd.
Als gevolg hiervan heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd, de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten en de benadeelde partij niet ontvankelijk verklaard in haar vordering. De kosten werden door beide partijen gedragen. Deze uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de noodzaak van gedegen opsporingsonderzoek.