In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 19 oktober 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de verdachte, die eerder door de politierechter was veroordeeld voor belediging van ambtenaren. De verdachte had op 30 januari 2016 in Amsterdam beledigende uitlatingen gedaan tegen een hoofdconducteur en twee politieambtenaren. De tenlastelegging omvatte onder andere de woorden 'Kut Turk' en 'Kankerhond', die de verdachte had geuit tijdens zijn aanhouding. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk beledigend heeft gehandeld en heeft het vonnis van de politierechter vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing kwam over de strafmaat. De verdachte werd veroordeeld tot een taakstraf van 20 uur, subsidiair 10 dagen hechtenis. De vordering van de benadeelde partij werd niet ontvankelijk verklaard, omdat er onvoldoende bewijs was voor geestelijk letsel. Het hof overwoog dat de verdachte geen inzicht had getoond in zijn eigen gedrag en dat zijn beledigende uitlatingen een ernstige inbreuk op de integriteit van de ambtenaren vormden. De beslissing is gebaseerd op de artikelen 22c, 22d, 36f, 57, 266 en 267 van het Wetboek van Strafrecht.