Uitspraak
VICKERS HOLDING & FINANCE INC,
1.[geïntimeerde 1],
[geïntimeerde 2],
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft Vickers Holding & Finance Inc. (hierna: Vickers), gevestigd op de Britse Maagdeneilanden, hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Noord-Holland. Het hoger beroep betreft een kort geding waarin Vickers als gedaagde in verzet is opgetreden tegen de eisers in verzet, die in dit incident ook als geïntimeerden worden aangeduid. De zaak draait om een incidentele vordering tot zekerheidstelling, ingediend door de geïntimeerden, die Vickers verplichten om zekerheid te stellen voor de proceskosten. De geïntimeerden hebben een bedrag van € 40.395,- gevorderd, terwijl Vickers zich heeft gerefereerd aan het oordeel van het hof en een lager bedrag van € 12.890,- heeft voorgesteld. Het hof heeft geoordeeld dat Vickers zekerheid moet stellen, omdat zij geen woonplaats of gewone verblijfplaats in Nederland heeft en geen van de uitzonderingen van artikel 224 lid 2 Rv van toepassing is. Het hof heeft de hoogte van de zekerheidstelling vastgesteld op € 23.892,-, gebaseerd op de door de geïntimeerden betaalde verschotten en het liquidatietarief. Vickers is bevolen om deze zekerheid te stellen door middel van een storting op de derdengeldrekening van de advocaat van de geïntimeerden, met een termijn van vier weken na de datum van het arrest. De beslissing over de proceskosten van het incident is aangehouden tot het eindarrest in de hoofdzaak.