Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het verdere verloop van het geding
2.Feiten
(…)
€ 13.200.000,-. Kort weergegeven heeft het tweede scheidsgerecht geoordeeld dat een hypothetische verkooppremium van de [naam jacht 1] 40 procent (€ 88.000.000,-) boven de oorspronkelijke bouwsom zou hebben gelegen en dat 15 procent van dat bedrag (€ 13.200.000,-) is toe te rekenen aan de uniekheid van de [naam jacht 1] en als schade is aan te merken.
3.De beoordeling
Trb.1958, 145 (hierna: het Verdrag).
(openbare orde)
naar verluidt(reportedly) € 280.000.000,- zou zijn. Met de door haar overgelegde uitdraai van een website waarin is vermeld dat dit schip een vraagprijs had van € 280.000.000,- en daarna als geschenk aan een derde is gegeven, heeft Fincantieri onvoldoende aangetoond dat Edmiston op dit punt leugenachtig is geweest. Fincantieri heeft daarnaast onvoldoende onderbouwd dat, zoals zij aanvoert, Edmiston de basisprijs van de [naam jacht 3] kunstmatig laag heeft gehouden. Dat die basisprijs niet het interieur en dergelijke van het jacht bevat en dat er in 2006 een refit is geweest leidt, zonder verdere toelichting en concretisering, niet tot een dergelijke conclusie. Het hof gaat aan een en ander voorbij.