ECLI:NL:GHAMS:2018:3746

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
9 oktober 2018
Publicatiedatum
17 oktober 2018
Zaaknummer
200.194.987/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervangende machtiging tot herstel van constructiefouten in afvoerleidingen

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, is op 9 oktober 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake een verzoek van [appellant] om vervangende machtiging tot herstel van constructiefouten in de afvoerleidingen van zijn appartement. De zaak is een vervolg op eerdere uitspraken van het hof en betreft een geschil tussen [appellant] en de Vereniging van Eigenaren (VvE) van het gebouw waarin hij woont. De deskundige, ing. E.P.G. Borgers, heeft in zijn rapport van 15 juni 2018 vastgesteld dat er constructiefouten zijn in de afvoerleidingen die leiden tot verstoppingen in de keuken van het appartement van [appellant]. De VvE heeft gereageerd op dit deskundigenbericht, maar het hof oordeelt dat de deskundige de juiste conclusies heeft getrokken en dat de VvE verantwoordelijk is voor de kosten van herstel. Het hof verleent [appellant] de gevraagde machtiging tot herstel van de afvoerleidingen, onder verwijzing van de VvE in de proceskosten van het geding in beide instanties. De beslissing van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland van 12 april 2016 wordt vernietigd.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.194.987/01
zaaknummer rechtbank Noord-Holland : 3299025 EJ VERZ 14-115
beschikking van de meervoudige burgerlijke kamer van 9 oktober 2018
inzake
[appellant] ,
wonend te [woonplaats] ,
appellant,
advocaat mr. F. Teuben te Haarlem,
tegen
VERENIGING VAN EIGENAARS [straatnaam] ,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
geïntimeerde,
advocaat: mr. B.F. Eblé te Haarlem.

1.Verder procesverloop

Partijen worden hierna (wederom) [appellant] en de VvE genoemd.
Het hof heeft op 28 november 2017 een (tweede) tussenbeschikking gegeven. Voor het eerdere verloop van het geding verwijst het hof naar die beschikking.
De bij voormelde beschikking benoemde deskundige, ing. E.P.G. Borgers (verder: de deskundige), heeft het door hem opgemaakte deskundigenbericht van 15 juni 2018 (verder: het deskundigenbericht) op 18 juni 2018 bij het hof ingediend.
De VvE heeft vervolgens bij brief van 27 augustus 2018 op het deskundigenbericht gereageerd, waarna [appellant] bij e-mail van zijn advocaat van 7 september 2018 een reactie op die brief heeft gegeven.
Vervolgens is uitspraak bepaald op heden.

2.Verdere beoordeling

2.1.
Bij de tussenbeschikking van 28 november 2017 heeft het hof een onderzoek door de deskundige bevolen ter beantwoording van de volgende vragen:
1. Bevatten de afvoerleidingen in het gebouw waarin zich het appartement van [appellant] bevindt constructiefouten die tot gevolg hebben dat de afvoerleiding in de keuken van het appartement van [appellant] telkens verstopt raakt?
2. Zo ja, hoe dienen deze constructiefouten te worden hersteld en wat gaat dat herstel kosten?
3. (…)
2.2.
De deskundige heeft voormelde vragen als volgt beantwoord:
1. Ja, uit de rioolcamera-inspectie blijkt onomstotelijk dat de afvoeren van twee appartementen zijn gecombineerd en dat deze in tegengestelde richting op de “horizontale” hoofdleiding zijn aangesloten alvorens te lozen in de standleiding. Zowel de wastafel als ook de afvoer van het bad van appartement [adres 2] zijn aangesloten op dezelfde afvoer als waar ook de keuken de wc en de berging van de woning van [appellant] op zijn aangesloten. Op zich zou dit nog niet zo erg behoeven te zijn als deze afvoeren het water maar in de juiste richting, richting de standleiding in de afvoer zouden stuwen. Het is dan ook zeer aannemelijk dat bij intensief gebruik van de badkamer van appartement [adres 2] [het appartement naast dat van [appellant] ; hof] er kans bestaat op verstopping van het riool. Op die momenten zou het maar zo kunnen gebeuren dat bij bijvoorbeeld gebruik van het toilet het water via de afvoer van de keuken teruggestuwd wordt. Doordat water tegen elkaar instroomt is de kans op een verstopping groot.
2. Herstel is op zich zeer ingrijpend. De eenvoudigste aanpassingen waarmee een goed functionerend rioolstelsel moet zijn te realiseren is als volgt. De afvoer van de keuken onder het keukenblok loshalen en afdoppen, zodat dit deel niet meer wordt gebruikt. De afvoer van de keuken direct aansluiten op de standleiding welke zich in de leidingschacht direct grenzend aan de keuken bevindt. Hiertoe zal een klein gedeelte van het keukenblok moeten worden verwijderd om de leidingschacht te kunnen bereiken en de nieuw aan te brengen afvoer van de keuken direct op een standleiding aan te sluiten. Verder zal de afvoer van het bad van [adres 2] losgekoppeld moeten worden van de betreffende leiding. Ook deze afvoer zal rechtstreeks door de muur heen in de leidingschacht moeten worden aangesloten op de standleiding. Daartoe zal het bad moeten worden gedemonteerd om de afvoer en standleiding bereikbaar te maken. Wanneer voornoemde wordt doorgevoerd zal er nooit meer zoveel water in de tegengestelde richting het riool in worden gestuwd. Daar de keuken in voornoemde herstel los wordt gekoppeld van betreffende rioolstreng zal hier geen overstroming meer kunnen ontstaan. De kosten gemoeid met het uitvoeren van voornoemde herstel worden geraamd op
€ 6.000-- all-in excl. B.T.W.(…)
3. (…)
2.3.
[appellant] onderschrijft blijkens de e-mail van zijn advocaat van 7 september 2018 het deskundigenbericht ten volle. In het navolgende zal het hof ingaan op wat de VvE in de brief van haar advocaat van 27 augustus 2018 over en naar aanleiding van het deskundigenbericht naar voren heeft gebracht.
2.4.
Anders dan de VvE meent, stond het de deskundige niet alleen vrij maar diende hij zelfs bij de beantwoording van vraag 1 ook mogelijke problemen met betrekking tot de leidingen van andere ruimten dan de keuken van het appartement van [appellant] [adres 1] en/of de leidingen van het appartement van de buren van [appellant] ( [adres 2] , verder: appartement [adres 2] ) te betrekken. Het hof heeft zich in de vraagstelling immers niet beperkt tot de afvoerleidingen van de keuken van het appartement van [appellant] maar – meer in het algemeen – gevraagd of de afvoerleidingen in het onderhavige gebouw constructiefouten bevatten die tot gevolg hebben dat de afvoerleiding in de keuken van het appartement van [appellant] telkens verstopt raakt. Bovendien heeft de deskundige opgemerkt, kort gezegd, dat de (andere) door hem gesignaleerde problemen ertoe kunnen leiden dat het water via de afvoer van de keuken van het appartement van [appellant] wordt teruggestuwd. Het hof acht in dit verband, anders dan de VvE, niet van belang of de afvoer van de keuken van het appartement van [appellant] al dan niet “telkens” verstopt raakt, ook al is dit in de vraagstelling vermeld. Waar het om gaat is, dat er constructiefouten van de afvoerleidingen in het gebouw zijn die tot verstoppingen in de keuken van het appartement van [appellant] kunnen leiden. Overigens is aannemelijk dat [appellant] daarvan in het verleden meer dan eens last heeft gehad. Het hof neemt derhalve het antwoord van de deskundige op vraag 1 over.
2.5.
Verder heeft de VvE – naar uit voormelde brief blijkt – bezwaar tegen de beantwoording door de deskundige van vraag 2, voor zover het betreft de door deze noodzakelijk geachte maatregelen met betrekking tot de afvoer van het bad van appartement [adres 2] . De VvE heeft dit bezwaar ook naar voren gebracht in haar reactie op het conceptrapport van de deskundige van 3 mei 2018. De deskundige heeft dit bezwaar ter kennisgeving aangenomen en er geen aanleiding in gezien de vraag geheel of gedeeltelijk anders te beantwoorden dan hij heeft gedaan. Ook indien de onderhavige werkzaamheden niet noodzakelijk zouden zijn met het oog op verstoppingen in de keuken van het appartement van [appellant] , acht het hof het – ter voorkoming van (andere) problemen met de riolering in de toekomst – geboden dat ook deze werkzaamheden, die in voldoende mate samenhangen met de werkzaamheden waartegen de VvE geen bezwaar heeft, worden uitgevoerd. Ook het antwoord van de deskundige op vraag 2 neemt het hof daarom over.
2.6.
De conclusie is dat de grieven doel treffen. Dit leidt er, bij gebreke van stellingen van de VvE die tot een ander oordeel nopen, toe dat de door [appellant] op voet van art. 5:121 BW verzochte machtiging, als na te melden, alsnog zal worden verleend, zulks onder vernietiging van de bestreden beschikking. De machtiging tot herstel van de schade aan de keukenkasten van het appartement van [appellant] zal worden afgewezen omdat [appellant] op dit punt onvoldoende heeft gesteld en de VvE bovendien in appel heeft aangevoerd dat de desbetreffende schade is veroorzaakt door een ondeugdelijke Quooker van [appellant] .
2.7.
De VvE zal, als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij worden verwezen in de kosten van het geding in beide instanties.

3.Beslissing

Het hof:
vernietigt de onder bovengenoemd zaaknummer gegeven beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland van 12 april 2016 waarvan beroep en, opnieuw recht doende:
verleent [appellant] vervangende machtiging tot herstellen van de constructiefouten in de afvoerleidingen overeenkomstig de beantwoording van vraag 2 door de deskundige, een en ander op kosten van de VvE;
verwijst de VvE in de proceskosten van het geding in eerste aanleg, aan de zijde van [appellant] gevallen en begroot op € 77,= wegens verschotten en op € 600,= wegens salaris van de gemachtigde;
verwijst de VvE in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van [appellant] gevallen en tot op heden begroot op € 2.314,=, waaronder het door [appellant] betaalde gedeelte van het voorschot van de deskundige, en op € 2.148,= wegens salaris van de advocaat;
wijst het verzoek van [appellant] voor het overige af.
Deze beschikking is gegeven door mrs. R.J.M. Smit, C. Uriot en M.A.J.G. Janssen en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 9 oktober 2018.