Dit arrest is gewezen door het gerechtshof Amsterdam op 9 oktober 2018 in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 20 maart 2018. De verdachte, geboren in Suriname in 1974, is veroordeeld voor vijf winkeldiefstallen, waaronder de diefstal van een waardevolle tablet en speaker. De politierechter had de verdachte een gevangenisstraf van zes weken opgelegd, waarvan drie weken voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren en een meldplicht bij de reclassering. De advocaat-generaal vorderde een taakstraf van 90 uren, subsidiair 45 dagen hechtenis. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, maar de opgelegde gevangenisstraf vernietigd en in plaats daarvan een taakstraf van 90 uren opgelegd, met een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken. Het hof overwoog dat de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, evenals het eerdere strafblad van de verdachte, zwaar wogen in de beslissing. De verdachte had eerder vermogensdelicten gepleegd, maar had tussen 2010 en 2017 geen strafbare feiten gepleegd. Het hof hield rekening met de mogelijkheid van een tijdelijke terugval in gedrag, maar oordeelde dat een taakstraf alleen niet voldoende was gezien de ernst van de feiten. De op te leggen straffen zijn gegrond op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht. Het arrest is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier S. Vriend.