Uitspraak
Team III (familie- en jeugdrecht)
mr. E.B. Warmerdam-Wolfste Alkmaar,
mr. S. Kandemirte Dordrecht.
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
- de ene week van 12.00 uur tot 14.00 uur in de woonomgeving van [de minderjarige] ;
ik ben van mening dat een 2 wekelijks vervoer voor dit moment niet verstandig is voor een dergelijk kwetsbaar meisje.” Deze verklaring dateert van 20 april 2018. Inmiddels is [de minderjarige] 4 1/2 maand ouder en daarmee de helft ouder dan zij was op het moment dat de verklaring werd geschreven. Gelet op de leeftijd van [de minderjarige] en haar verder normale ontwikkeling acht het hof deze verklaring van de kinderarts dan ook niet doorslaggevend. De vrouw heeft daarnaast aangevoerd dat [de minderjarige] van slag is na de omgangsregeling bij haar vader als gevolg van het reizen en omdat de omgeving bij vader niet vertrouwd is. Gebleken is dat de omgang plaatsvindt rond het tijdstip dat [de minderjarige] normaliter haar middagslaapje heeft. Het hof acht het niet onaannemelijk dat [de minderjarige] hierdoor van slag kan zijn. Dit is echter geen reden om de omgangsregeling bij de man stop te zetten, nu partijen in overleg andere tijdstippen voor de omgang kunnen afspreken, zodat [de minderjarige] zoveel mogelijk haar gewone ritme kan aanhouden. Daarnaast komt het vaak voor dat kinderen moeten wennen aan een andere omgeving. Deze gronden zijn dan ook onvoldoende om de door de voorzieningenrechter voorlopig vastgestelde omgangsregeling te wijzigen. Ook het door de vrouw gestelde gebruik door de man van anabole steroïden en wiet heeft zij in het licht van het verweer van de man onvoldoende aannemelijk gemaakt. De door de vrouw overgelegde internetberichten zijn daarvoor te oud, nu deze dateren van 2009 en 2011.