Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op een tijdstip in of omstreeks de periode van 11 april 2017 tot en met 15 april 2017 te Uitgeest
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 3 oktober 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was beschuldigd van inbraak in de woning van een slachtoffer in Uitgeest, waarbij verschillende goederen waren ontvreemd. De tenlastelegging omvatte onder andere het stelen van sleutels, tassen, geld en andere waardevolle spullen. Tijdens het onderzoek in hoger beroep werd vastgesteld dat er een schoenspoor op een envelop in de woning van het slachtoffer was aangetroffen, wat als belastend bewijs werd beschouwd. Echter, het hof concludeerde dat er geen ander direct bewijs was dat de betrokkenheid van de verdachte bij de inbraak kon aantonen. Er waren geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van de verdachte op het tijdstip van de inbraak, en er waren geen ontvreemde goederen bij de verdachte aangetroffen. Het hof oordeelde dat het bewijs niet wettig en overtuigend was en sprak de verdachte vrij van de tenlastegelegde feiten. Het vonnis van de rechtbank werd vernietigd, en het hof deed opnieuw recht door de verdachte vrij te spreken van de beschuldigingen.