ECLI:NL:GHAMS:2018:3553
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vonnis politierechter inzake opzettelijk aanwezig hebben van cocaïne
Dit arrest is gewezen door het gerechtshof Amsterdam op 3 oktober 2018 in de zaak van de verdachte, die in hoger beroep ging tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van het opzettelijk aanwezig hebben van ongeveer 2,94 gram cocaïne op 23 november 2017 te Amsterdam. Tijdens de zitting in hoger beroep op 19 september 2018 heeft de raadsman vrijspraak bepleit, stellende dat de verdachte de drugs niet opzettelijk aanwezig had, maar deze slechts had opgeraapt uit nieuwsgierigheid en direct daarna had weggegooid. Het hof oordeelde dat, hoewel de verdachte de drugs slechts kort in zijn bezit had, hij deze wel degelijk opzettelijk aanwezig had gehad, omdat hij zich bewust was van de inhoud van het zakje voordat hij het oppakte. Het hof vernietigde het vonnis van de politierechter en verklaarde het ten laste gelegde bewezen, maar legde geen straf of maatregel op, onder verwijzing naar de omstandigheden van de zaak en het feit dat de verdachte niet eerder was veroordeeld. Het hof concludeerde dat er geen omstandigheden waren die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsloten.