2.4[B] heeft in overleg met [X] een afspraak met ‘ [schuilnaam] ’ gemaakt. [B] en ‘ [schuilnaam] ’ hebben afgesproken elkaar te ontmoeten op een parkeerplaats in [plaats] op 31 augustus 2017. [X] heeft ‘ [schuilnaam] ’ bij die gelegenheid opgewacht met een cameraploeg. Toen ‘ [schuilnaam] ’ ( [appellante] ) na wat omtrekkende bewegingen die bedoeld leken om te kijken of zij werd gevolgd, bij de auto van [B] aankwam, , heeft [X] haar aangesproken. Zij is toen direct weggerend. Korte tijd later is [B] mobiel gebeld. Nadat [X] het telefoontoestel van [B] had overgenomen, heeft hij met twee personen gesproken. Van de (aanloop naar de) confrontatie en het telefoongesprek zijn beeld- en geluidopnamen gemaakt. Een door Noordkaap opgesteld transcript van het gevoerde gesprek luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
“ [X] : Nou ja, we spreken nu met elkaar af dat jij […] ( [B] , Hof) niet verder oplicht. Zijn we het daar over eens?
[X] : Maar waarom heb je dat dan gedaan?
[appellante] : Ik weet het eigenlijk niet. Ik zat gewoon echt in de problemen.
[X] : (…) en waarom deed je zo voorzichtig zojuist? Want je zei dat je met de bus kwam en met de trein.. maar je was er al gewoon. Wat zijn dat nou voor leugens? (…)
[appellante] : Ja, nou… ik ben met de bus en met de trein gekomen vanuit Amsterdam.
[X] : Dat is helemaal niet waar want we zagen je een uur geleden al in de auto daar. (…) We hebben je vastgelegd namelijk maar dat had je helemaal niet in de gaten. (…) Met datzelfde autootje. Jullie waren met z’n tweeën. (…) Maar waarom doe je dat dan? (…)
[appellante] : (…) Weet je, ik heb misschien wel een beetje gelogen enzo. (…)
[X] : Maar waarom heb je dat dan gedaan bij de Media Markt bijvoorbeeld?
Waarom doe je dat soort dingen?
[appellante] : Ik weet het niet. Ik heb ook een beperking dus uhm..
[X] : Oh de beperking, dat is de reden. Daarom licht je hem maar op.
[appellante] : Nee, ik weet dat het fout is, de dingen die ik heb gedaan enzo maar..
[X] : (…) EUR 13.000,- hé, heeft ie je gegeven. Het gaat terugkomen heb je
beloofd.
[appellante] : (…) wat kunnen we dan doen om het goed te maken?
[X] : Nou allereerst moet jij die EUR 13.000,- teruggeven.
[appellante] : Ja, dat kan ik niet een, twee, drie. Dat kan ik wel in termijnen dan doen,
maar dan moet ik even wat afspreken.
[X] : Nou dat gaan we zeker met elkaar afspraken, alleen ik weet niet of ik jou op je woord kan geloven.
[appellante] : Ik wil gewoon niet op beeld komen ofzo. (…) Ja, ik heb wel gelogen en
dat geef ik ook gewoon toe. Maar ik zeg het je nu gewoon: Het is klaar nu. Ik heb mijn lesje geleerd.
[A] : Op beide rekeningen van ons hebben we het ontvangen. Dat klopt. En de
berichten heb ik ook gestuurd. We zitten er gewoon beide achter, dat is niet te ontkennen.
[X] : Nee maar waarom licht je hem dan zo bewust op? (…) Is dat puur voor
eigen gewin?
[X] : Maar weet je ook dat je hem daar ontzettend mee in de problemen hebt
gebracht?
[A] : Dat heeft ie ook gezegd, maar op sommige momenten besef je dat niet.
[appellante] : Het is eigenlijk heel erg te ver gegaan. Het is echt te ver gegaan. (…)
[…] echt vanuit mijn hart je krijgt je geld terug. In delen, want ik kan het niet in één keer, maar je krijgt het echt terug […] . Mijn ogen zijn open gegaan. Ik kap ermee. Ik stop ermee, ik doe dit niet meer.
[…] : Je weet dat je me helemaal geplunderd hebt.
[appellante] : Het spijt me zo erg.’