Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het verloop van het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
grief 2betoogt [appellant] dat de gemeente in de persoon van [A] hem heeft toegezegd dat hij geen huur zou hoeven te betalen, zolang geen wilsovereenstemming was bereikt. Omdat (op z’n vroegst) op 6 maart 2015 wilsovereenstemming tot stand is gekomen, is [appellant] , zo stelt hij, pas vanaf die datum huur verschuldigd, onverminderd hetgeen bij de grieven 3 en 8 zal worden aangevoerd.
grief 8, voor zover [appellant] daarmee klaagt over het feit dat de kantonrechter hem niet tot bewijslevering ter zake heeft toegelaten.
grieven 3 en 8houden (ten aanzien van grief 8: overigens) in dat de kantonrechter in overweging 9 van het vonnis, zonder [appellant] te dezen tot bewijs toe te laten, ten onrechte als onvoldoende onderbouwd heeft verworpen de stelling van [appellant] dat een vertegenwoordiger van de gemeente ( [B] ) op 16 maart 2016 aan [appellant] het (kennelijk door deze aanvaarde) voorstel heeft gedaan om de huurovereenkomst te laten ingaan per 1 januari 2016 ter compensatie van vertragingen en overlast.
grief 4komt [appellant] op tegen het oordeel van de kantonrechter, in overweging 10 van het vonnis, dat [appellant] niet kan worden gevolgd in zijn stelling dat uit de onder 3.1 (g) en (h) vermelde e-mails van 1 juni 2016 blijkt dat de huurovereenkomst per 1 juni 2016 met wederzijds goedvinden is geëindigd.
grief 6komt [appellant] op tegen het oordeel van de kantonrechter in overweging 12 van het vonnis dat [appellant] niet alleen de huur maar ook de volledige door de gemeente gevorderde voorschotbedragen ter zake van servicekosten verschuldigd is omdat hij geen tegenvordering heeft ingesteld, gericht op het overleggen van een eindafrekening.
grieven 7 en 9hebben betrekking op de toewijzing door de kantonrechter van het door de gemeente gevorderde bedrag ter zake van huur (inclusief servicekosten).
grief 10betoogt [appellant] dat de kantonrechter meer gewicht had moeten toekennen aan zijn constatering dat de gemeente tot begin 2016 traag en onduidelijk was in haar communicatie met [appellant] .