ECLI:NL:GHAMS:2018:3525

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
2 oktober 2018
Publicatiedatum
3 oktober 2018
Zaaknummer
200.182.406/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Auteursrechtelijke inbreuk en onrechtmatig handelen in de meubelindustrie

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, gaat het om een hoger beroep van Montis Holding B.V. en Montis B.V. tegen Stoffeerderij Klaver Design B.V., Stoffeerderij Klaver B.V. en Klaver Beheer B.V. De zaak betreft een geschil over auteursrechten, persoonlijkheidsrechten en merkrechten met betrekking tot de stoelen Charly en Chaplin en de hoes voor deze stoelen. Montis heeft in hoger beroep het eindvonnis van de rechtbank Amsterdam van 3 juli 2013 aangevochten, waarin Klaver als gedaagde was aangemerkt. De appellanten, gezamenlijk aangeduid als Montis, hebben hun standpunten uiteengezet in een memorie van grieven en een akte wijziging eis, terwijl de geïntimeerden, gezamenlijk aangeduid als Klaver, hun verweer hebben gevoerd in een memorie van antwoord.

Tijdens de zitting op 7 mei 2018 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht aan de hand van pleitnotities. Montis heeft onder andere gevorderd dat Klaver wordt veroordeeld tot het staken van inbreuken op hun auteursrechten en het vergoeden van schade. Klaver heeft geconcludeerd tot bekrachtiging van het vonnis en veroordeling van Montis in de proceskosten. De zaak is verder gecompliceerd door een eindarrest van het Benelux Gerechtshof in een andere zaak (Montis/Goossens) dat op 17 juli 2018 is uitgesproken, wat van invloed kan zijn op de auteursrechtelijke aanspraken van Montis.

Het hof heeft besloten om de zaak naar de rol te verwijzen voor het nemen van een akte door beide partijen, zodat zij zich kunnen uitlaten over de betekenis van het eindarrest van het Benelux Gerechtshof. De beslissing over de verdere procedure is aangehouden. Het arrest is uitgesproken op 2 oktober 2018 door de meervoudige kamer van het hof.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer: 200.182.406/01
zaak-/rolnummer rechtbank Amsterdam: C/13/520568 / HA ZA 12-801

arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 2 oktober 2018

inzake

MONTIS HOLDING B.V.,

gevestigd te Dongen,
MONTIS B.V.,
gevestigd te Dongen,
appellanten,
advocaat: mr. N.D.R. Nefkens te Amsterdam,
tegen

STOFFEERDERIJ KLAVER DESIGN B.V.,

gevestigd te Ermelo,
STOFFEERDERIJ KLAVER B.V.,
gevestigd te Ermelo,
KLAVER BEHEER B.V.,
gevestigd te Ermelo,
geïntimeerden,
advocaat: mrs. H. den Besten te Almere en P.A.J.M. Lodestijn te Nijmegen.

Het geding in hoger beroep

Appellanten worden hierna tezamen Montis (in vrouwelijk enkelvoud) en afzonderlijk Montis B.V. en Montis Holding genoemd. Geïntimeerden worden hierna tezamen Klaver (in vrouwelijk enkelvoud) en afzonderlijk Klaver Design, Stoffeerderij Klaver en Klaver Beheer genoemd.
Montis is bij dagvaarding van 30 september 2013 in hoger beroep gekomen van het eindvonnis van 3 juli 2013 van de rechtbank Amsterdam (hierna ook: het vonnis), onder bovenvermeld zaak-/rolnummer gewezen tussen haar als eiseres en Klaver als gedaagde.

Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:

- memorie van grieven tevens akte wijziging eis, met producties;
- memorie van antwoord, met producties.
Partijen hebben de zaak op 7 mei 2018 doen bepleiten, Montis door mrs. H. den Besten en P.A.J.M. Lodestijn voornoemd en Klaver door mr. N.D.R. Nefkens voornoemd, elk aan de hand van pleitnotities die zijn overgelegd. Bij die gelegenheid hebben partijen nog producties in het geding gebracht en is door Klaver, met instemming van Montis, een nadere kostenspecificatie in het geding gebracht. Ten slotte is arrest gevraagd.

Beoordeling

Montis heeft, overeenkomstig haar akte wijziging eis, geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis gedeeltelijk zal vernietigen en bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad, alsnog – kort samengevat – :
1. voor recht zal verklaren (primair) dat Montis Holding het auteursrecht heeft op de stoelen Charly en Chaplin en op de hoes voor deze stoelen en dat Klaver inbreuk maakt op deze auteursrechten en onrechtmatig jegens Montis handelt, inbreuk maakt op de persoonlijkheidsrechten van de maker van de stoelen en hoes, inbreuk maakt op de merkrechten van Montis, ongeoorloofde mededinging pleegt en zich schuldig maakt aan oneerlijke handelspraktijken, dan wel (subsidiair) dat Klaver onrechtmatig jegens Montis handelt door slaafse nabootsingen van de stoelen en hoes te produceren en in de handel te brengen;
2. Klaver te veroordelen tot het staken en gestaakt houden van inbreuken op voornoemde auteursrechten, persoonlijkheidsrechten en merkrechten, dan wel het onrechtmatig handelen op grond van slaafse nabootsing, alsmede van plegen van ongeoorloofde mededinging, zulks op straffe van het verbeuren van dwangsommen,
3. Klaver te veroordelen tot nakoming van een aantal nevenvorderingen, waaronder het terughalen van de inbreuk makende producten bij haar afnemers, afgifte ter vernietiging van de voorraad inbreuk makende producten en het hierop betrekking hebbende documentatiemateriaal, alsmede het afleggen van rekening en verantwoording, zulks op straffe van het verbeuren van dwangsommen;
4. Klaver te veroordelen tot het vergoeden van de door Montis geleden schade, nader op te maken bij staat;
5. Klaver te veroordelen in vergoeding van de door Montis gemaakte proceskosten, op de voet van artikel 1019h Rv, waaronder de kosten van het beslag en de nakosten.
Klaver heeft geconcludeerd tot bekrachtiging van het vonnis waarvan beroep, met hoofdelijke veroordeling van Montis, uitvoerbaar bij voorraad, in de kosten van de procedure in beroep op de voet van artikel 1019h Rv, alsmede in de nakosten.
Na sluiting van de zitting is door het Benelux Gerechtshof op 11 juli 2018 eindarrest gewezen in de zaak Montis/Goossens, uitgesproken op 17 juli 2018 (A 2013/2 – C-169-15-10). Partijen hebben debat gevoerd over de betekenis van deze zaak voor de auteursrechtelijke aanspraken van Montis in onderhavige procedure, mede aan de hand van de hieraan voorgegane uitspraken van de Hoge Raad (arrest van 13 december 2013; ECLI:NL:HR:2013:1881), het Benelux Gerechtshof (tussenarrest van 27 maart 2015; ECLI:NL:XX:2015:104) en het Hof van Justitie van de Europese Unie (arrest van 20 oktober 2016; ECLI:EU:C:2016:790). Over het eindarrest van het Benelux Gerechtshof hebben partijen zich in dit debat niet kunnen uitlaten. Met het oog op artikel 19 Rv. acht het hof het aangewezen partijen in de gelegenheid te stellen zich hierover alsnog bij akte uit te laten, alvorens verder te beslissen.
De zaak zal naar de rol worden verwezen voor het door ieder der partijen (gelijktijdig) nemen van een akte.

Beslissing

Het hof:
verwijst de zaak naar de rol van 30 oktober 2018 voor het nemen van een akte door ieder der partijen, met het doel als hiervoor vermeld;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten, E.M. Polak en A.W.G. Artz en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 2 oktober 2018.