Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
[X],
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
“de besloten
“verkoopovereenkomst”van 31 december 2013 (hierna: de verkoopovereenkomst) heeft MR B.V. het door haar gevoerde horecabedrijf verkocht aan V.O.F. Burgerhouse 1 (hierna: Burgerhouse). [Y] en [A] (hierna: [A] ) waren de vennoten van Burgerhouse.
3.Beoordeling
“Onderwerp van de overeenkomst”) staat immers (de onderstreping is door het hof gedaan):
“Advieskosten rekenen voor de werkzaamheden montage en reiskosten die verricht van 14-09-2013 tot 03-10-2013”en € 2.640,- (ex. BTW) voor
“Advieskosten rekenen voor de werkzaamheden die verricht en de reiskosten van 3-10-2013 tot 25-10-2013”.[Y] heeft de verschuldigdheid van beide bedragen betwist omdat naar zijn mening de daarop betrekking hebbende werkzaamheden en diensten begrepen zijn in de managementvergoeding van € 2.500,- per maand. [geïntimeerde] heeft aangegeven dat de verschuldigdheid van beide bedragen niet gebaseerd is op de managementovereenkomst omdat beide bedragen betrekking hebben op werkzaamheden die [geïntimeerde] vóór aanvang van de managementovereenkomst heeft verricht.