Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
- memorie van grieven, met producties;
- memorie van antwoord, met producties;
- akte overlegging producties tevens houdende verzoek tot arrest van de zijde van
2.Feiten
3.Beoordeling
grieven I tot en met VIstrekken ten betoge dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat [geïntimeerde] het voorshands geleverde bewijs dat hij vóór 9 juli 2012 hennep heeft gekweekt in de woning, heeft ontzenuwd en dat daarom de hennepteelt in de woning beperkt is gebleven tot de kweken die uiteindelijk door [geïntimeerde] zijn afgerekend. Volgens Liander wijzen de hiervoor onder 2 vermelde feiten en omstandigheden erop dat [geïntimeerde] vanaf 2008 hennep heeft gekweekt in de woning en dat hij ten behoeve daarvan buiten de meter om elektriciteit heeft afgenomen waarvoor niet is betaald. [geïntimeerde] voert, kort gezegd, daartegen aan dat bij het hiervoor onder 2 sub (x) genoemde strafvonnis de rechtbank niet bewezen heeft geacht dat hij in de periode voor 9 juli 2012 hennep heeft gekweekt in de woning, dat hij is vrijgesproken van diefstal van elektriciteit en dat cv-monteur [Y] op 9 juli 2012 in de woning is geweest en niets van een hennepkwekerij heeft waargenomen. De grieven lenen zich voor een gezamenlijke bespreking.
grief VIIdie tot laatstgenoemde veroordeling strekt.