Uitspraak
1.hij op of omstreeks 25 maart 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (personen)auto (voorzien van kenteken: [kenteken]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en / of vergezeld en / of gevolgd van geweld en / of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en / of gemakkelijk te maken en / of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf de vlucht mogelijk te maken, en / of het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en / of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, de (auto)sleutel(s) uit de hand(en) van voornoemde [slachtoffer] heeft gerukt/getrokken en/of voornoemde [slachtoffer] eenmaal of meermalen (met kracht) heeft (weg)geduwd om te voorkomen dat zij haar (auto)sleutel(s) kon (terug)pakken;
4.hij op of omstreeks 25 maart 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, als bestuurder van een voertuig, (personenauto voorzien van kenteken [kenteken]), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van zijn adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 620 microgram, in elk geval hoger dan 220 microgram, alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn.
1.hij op 25 maart 2017 te Amsterdam, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een personenauto voorzien van kenteken: [kenteken], toebehorende aan [slachtoffer], welke diefstal werd voorafgegaan van geweld tegen [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, welk geweld hierin bestond dat hij, verdachte, de autosleutel uit de hand van [slachtoffer] heeft gerukt en [slachtoffer] heeft weggeduwd om te voorkomen dat zij haar autosleutel kon terugpakken;
4.hij op 25 maart 2017 te Amsterdam, als bestuurder van een personenauto voorzien van kenteken [kenteken], dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van zijn adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 620 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn.
verklaring van [slachtoffer]:
mededeling van voornoemde verbalisanten, of één van hen:
uitslagvan een
ademonderzoek[doorgenummerde pagina 33].
Dit geschrift houdt, voor zover van belang en zakelijk weergegeven in:
het hof begrijpt: 620 microgram per liter uitgeademde lucht)
verklaring van de verdachteop de terechtzitting in eerste aanleg van 1 juni 2017, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
verklaring van de verdachteop de terechtzitting in hoger beroep van 11 september 2018, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
De verdachte is bovendien weggereden, terwijl hij dusdanig onder invloed was van alcohol dat hij niet meer in staat was om een auto te besturen. Hierdoor heeft de verdachte de veiligheid van andere weggebruikers in gevaar gebracht. Alcohol in het verkeer leidt jaarlijks tot vele ongelukken, met schade, letsel of soms zelfs de dood tot gevolg.
gevangenisstrafvoor de duur van
180 (honderdtachtig) dagen.
148 (honderdachtenveertig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 3
(drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
6 (zes) maanden.
4 (vier) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
€ 1.325,50 (duizend driehonderdvijfentwintig euro en vijftig cent) bestaande uit € 825,50 (achthonderdvijfentwintig euro en vijftig cent) materiële schade en € 500,00 (vijfhonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 1.325,50 (duizend driehonderdvijfentwintig euro en vijftig cent) bestaande uit € 825,50 (achthonderdvijfentwintig euro en vijftig cent) materiële schade en € 500,00 (vijfhonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
23 (drieëntwintig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
taakstrafvoor de duur van
100 (honderd) uren, bij gebreke van het naar behoren verrichten te vervangen door
50 (vijftig) dagen hechtenis.