ECLI:NL:GHAMS:2018:3408
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging huurovereenkomst na opzegging op grond van dringend eigen gebruik
In deze zaak gaat het om de beëindiging van een huurovereenkomst na opzegging door de verhuurders, [X] en [Y], op grond van dringend eigen gebruik. De verhuurders hebben de huurovereenkomst opgezegd omdat zij de woning nodig hebben voor hun dochter [A], die ernstige psychische klachten heeft ontwikkeld. De kantonrechter heeft in eerste aanleg de vorderingen van de verhuurders toegewezen, maar de beëindiging van de huurovereenkomst en de ontruiming zijn niet uitvoerbaar bij voorraad verklaard. In hoger beroep hebben de verhuurders de beslissing van de kantonrechter aangevochten, met het verzoek om ontruiming voor de duur van het geding. Het hof heeft geoordeeld dat de vordering tot ontruiming toewijsbaar is, gezien de dringende noodzaak voor de verhuurders om de woning te betrekken voor de genezing van hun dochter. Het hof heeft de ontruiming uitvoerbaar bij voorraad verklaard, ondanks de belangen van de huurder, [geïntimeerde], die ook een gezin heeft en in de woning woont. Het hof heeft geoordeeld dat de belangen van de verhuurders zwaarder wegen, gezien de medische noodzaak en de beschikbaarheid van alternatieve woonruimte voor de huurder. De ontruiming is vastgesteld voor 1 december 2018, met een dwangsom van € 500 per dag bij niet-naleving.