Uitspraak
1.Het geding in hoger beroep
-en de maatregel van schorsing voor de duur van vier maanden opgelegd.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een klacht van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG) tegen een gerechtsdeurwaarder, die in strijd heeft gehandeld met artikel 21 van de Verordening KBvG Normen voor Kwaliteit. De klacht is gegrond verklaard door de kamer voor gerechtsdeurwaarders te Amsterdam, die de gerechtsdeurwaarder een geldboete van € 2.000,- en een schorsing van vier maanden heeft opgelegd. De gerechtsdeurwaarder heeft de gegrondheid van de klacht niet betwist, maar heeft hoger beroep aangetekend tegen de opgelegde maatregelen. Het hof heeft de bestreden beslissing vernietigd en de klacht opnieuw gegrond verklaard, maar de geldboete verlaagd tot € 1.500,-. De schorsing zal ingaan zodra de gerechtsdeurwaarder weer in het ambt wordt benoemd. Het hof heeft geen kostenveroordeling opgelegd vanwege bijzondere omstandigheden.