ECLI:NL:GHAMS:2018:3375

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
30 april 2018
Publicatiedatum
24 september 2018
Zaaknummer
23-000308-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging vonnis en niet-ontvankelijkheid vervolging na overlijden verdachte

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 30 april 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 16 januari 2017 was gewezen. De verdachte, geboren in 1981, was op 13 december 2017 overleden. Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de akte van overlijden die op 18 december 2017 was opgemaakt door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar de verdachte woonde. Gezien het overlijden van de verdachte, heeft het hof vastgesteld dat het recht tot strafvordering is vervallen op basis van artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht.

Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging. Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin de rechters G. Oldekamp, M. Lolkema en M.B. de Wit zitting hadden. De uitspraak vond plaats op een openbare terechtzitting, waarbij mr. A. Stronkhorst als griffier aanwezig was. Het arrest is uitgesproken op 30 april 2018, maar mr. G. Oldekamp en mr. M.B. de Wit waren buiten staat om het arrest te ondertekenen.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 23-000308-17
Datum uitspraak: 30 april 2018
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 16 januari 2017 in de strafzaak onder parketnummer 15-156762-16 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1981,
overleden te [plaats] op 13 december 2017.

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
30 april 2018.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.
Blijkens een op 18 december 2017 door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats] opgemaakte akte van overlijden, nr. 200150, is de verdachte op 13 december 2017 overleden. Daarom is volgens artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht het recht tot strafvordering vervallen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in de vervolging.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin
zitting hadden mr. G. Oldekamp, mr. M. Lolkema en mr. M.B. de Wit, in tegenwoordigheid van
mr. A. Stronkhorst, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof
van 30 april 2018.
mr. G. Oldekamp en mr. M.B. de Wit zijn buiten staat dit arrest te ondertekenen.