Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
Vonnis waarvan beroep
Bewijsoverweging
Voorwaardelijk verzoek
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [naam 1]
Vordering van de benadeelde partij [naam 2]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
42 (tweeënveertig) maanden.
€ 2.442,45 (tweeduizend vierhonderdtweeënveertig euro en vijfenveertig cent) bestaande uit € 192,45 (honderdtweeënnegentig euro en vijfenveertig cent) materiële schade en € 2.250,00 (tweeduizend tweehonderdvijftig euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 januari 2015 tot aan de dag der voldoening.
[naam 1], ter zake van het bewezen verklaarde een bedrag te betalen van
€ 2.442,45 (tweeduizend vierhonderdtweeënveertig euro en vijfenveertig cent) bestaande uit € 192,45 (honderdtweeënnegentig euro en vijfenveertig cent) materiële schade en € 2.250,00 (tweeduizend tweehonderdvijftig euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
34 (vierendertig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 januari 2015 tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 2.622,21 (tweeduizend zeshonderdtweeëntwintig euro en eenentwintig cent) bestaande uit € 122,21 (honderdtweeëntwintig euro en eenentwintig cent) materiële schade en € 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 januari 2015 tot aan de dag der voldoening.
€ 2.622,21 (tweeduizend zeshonderdtweeëntwintig euro en eenentwintig cent) bestaande uit € 122,21 (honderdtweeëntwintig euro en eenentwintig cent) materiële schade en € 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
36 (zesendertig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 januari 2015 tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
mr. A. Stronkhorst, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
14 mei 2018.