Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[appellante sub 1] ,
[appellante sub 2],
[appellant sub 3],
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
1. Ieder der eigenaars is in de gemeenschap gerechtigd voor het breukdeel zoals is aangegeven achter het betreffende indexnummer op een aan deze akte te hechten (…) staat.
2. De eigenaars zijn verplicht om bij te dragen in de gemeenschappelijke schulden en kosten, zulks met inachtneming van het bepaalde in lid 6 van dit artikel en artikel 38, overeenkomstig de aandelen, zoals in lid 1 van dit artikel staan vermeld. (…)
3. In afwijking van het bepaalde in de eerste volzin van het vorige lid zullen, in het geval gemeenschappelijke gedeelten van het gebouw en/of gemeenschappelijke zaken deels, voornamelijk dan wel uitsluitend betrekking hebben op, dienstbaar zijn aan en/of strekken ten behoeve van casu quo ten nutte van privé-gedeelten, behorende tot één of meer appartementsrecht(en) de kosten en schulden van het beheer, het onderhoud en de vervanging daarvan naar rato van vermelde verbondenheid dragen.
Tot de schulden en kosten als bedoeld in artikel 5:112 eerste lid onder a van het Burgerlijk Wetboek worden gerekend:
(…)
1. Van de gezamenlijke schulden en kosten genoemd in artikel 3 - alsmede van een naar tijdsduur evenredig gedeelte van de kosten verbonden aan het periodiek schilderwerk en noodzakelijke vernieuwingen van de gemeenschappelijke gedeelten en gemeenschappelijke zaken wordt jaarlijks door het bestuur een begroting ontworpen en ter vaststelling aan de jaarlijkse vergadering voorgelegd.
2. Met ingang van een door het bestuur te bepalen datum zal door alle eigenaars ten behoeve van de vereniging bij wijze van voorschotbijdrage een naar een door het bestuur daartoe in te stellen kas worden overgemaakt het bedrag van hun aanslag zoals deze zal worden vastgesteld op grond van de in lid 1 gemelde begroting.
1. Het boekjaar van de vereniging loopt van één januari tot en één en dertig december van dat zelfde jaar. Na afloop van elk boekjaar wordt ter berekening van de na te melden, door de eigenaar verschuldigde definitieve jaarlijkse bijdrage, door het bestuur een exploitatierekening opgesteld over dat boekjaar en ter vaststelling aan de jaarlijkse vergadering voorgelegd. (…)
(…)
3. Mocht de exploitatierekening een tekort opleveren, dan moet de eigenaars dit tekort binnen een maand na daartoe door het bestuur te zijn aangemaand, aanzuiveren.
1. Indien een eigenaar het ingevolge artikel 4 en/of artikel 5 door hem aan de vereniging verschuldigde bedrag niet binnen een maand, nadat het bedrag opeisbaar is geworden, aan de vereniging heeft voldaan, is hij zonder dat enige ingebrekestelling is vereist in verzuim en is hij over dat bedrag, van de datum van opeisbaarheid af, een rente verschuldigd, berekend op basis van de wettelijke rente ten tijde van de dag van opeisbaarheid verhoogd met twee punten. (…)
3.Beoordeling
grief 4 in principaal appelte behandelen. Met deze grief betoogt [X] dat de rechtbank ten onrechte zijn verweer heeft verworpen dat het besluit van 17 februari 2014 tot heffing van een bijzondere ledenbijdrage ten behoeve van de demping van de gracht (voor [X] uitkomend op een bedrag van € 15.607,89 exclusief btw) nietig is, omdat het in strijd is met het bepaalde in artikel 3 van het splitsingsreglement. Deze grief slaagt. Het hof overweegt daartoe als volgt.
als zodanig. De dempingskosten staan daarvoor in een te ver verwijderd verband met de eigendom van het appartementsrecht. Terecht heeft [X] de vergelijking gemaakt met de promotiekosten, waarvan hij op grond van het bepaalde in artikel 3 lid 1 onder i als eigenaar van een appartement met bestemming “zwemschool” is vrijgesteld; ook die kosten worden gemaakt ten behoeve van exploitanten van bedrijven en, indirect, hun eventuele verhuurders en niet ten behoeve van de appartementseigenaren als zodanig. Ook artikel 3 lid 1 onder h biedt derhalve geen grond voor het besluit van 17 februari 2014.
1 tot en met 3 en 5 in principaal appel, die betrekking hebben op andere verweren van [X] tegen (de hoogte van) de gevorderde bijdrage in de dempingskosten, behoeven om die reden geen bespreking.
grief in incidenteel appelkomt de VvE tegen deze beslissing op. Zij stelt, voor zover hier nog van belang, dat de leden van de VvE, onder wie [X] , op grond van de artikelen 3 en 4 van het splitsingsreglement en de door de vergadering van eigenaars jaarlijks goedgekeurde begrotingen, elk kwartaal per vooruitbetaling een kwartaalbijdrage verschuldigd zijn en op grond van artikel 6 lid 1 van het splitsingsreglement tevens de wettelijke handelsrente plus 2 procentpunt vanaf één maand na het opeisbaar worden van de bijdrage. Zij heeft voor het eerst in hoger beroep aanspraak gemaakt op de wettelijke handelsrente in plaats van de “gewone” wettelijke rente en op de verhoging met 2 procentpunt en in zoverre haar eis vermeerderd.