Uitspraak
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 11 november 2017 te Amsterdam, althans in Nederland, op of aan de openbare weg, de Appelweg, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te dwingen tot de afgifte van een telefoon, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan voornoemde [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), naar voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] is toegegaan waarna hij, verdachte en/of zijn mededader(s)
hij op of omstreeks 11 november 2017 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft mishandeld door
primair:
hij op of omstreeks 28 mei 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de Molenwijk, in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] , welk geweld bestond uit
hij op of omstreeks 28 mei 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] heeft mishandeld door
hij op of omstreeks 04 juni 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een scooter, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), te weten [slachtoffer 6] , heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt door door met zijn fiets tegen die scooter van voornoemde [slachtoffer 6] op te botsen/aan te schuren.
Vonnis waarvan beroep
Bespreking van in hoger beroep gevoerde verweren
Subsidiair is gesteld dat er geen sprake is van medeplegen, nu er geen sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking en een intellectuele of materiële bijdrage van voldoende gewicht. De verdachte hield zich vooral afzijdig, hetgeen bevestigd wordt door aangevers [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] .
Bewezenverklaring
hij op 11 november 2017 te Amsterdam, op de openbare weg, de Appelweg, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 1] te dwingen tot de afgifte van een telefoon, toebehorende aan voornoemde [slachtoffer 1] ,
hij op 28 mei 2017 te Amsterdam, met anderen, aan de openbare weg in Molenwijk, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] , welk geweld bestond uit
hij op 4 juni 2017 te Amsterdam opzettelijk en wederrechtelijk een scooter, toebehorende aan [slachtoffer 6] , heeft beschadigd door met zijn fiets tegen die scooter van voornoemde [slachtoffer 6] op te botsen.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
first offender.
first offenders. Gelet op de oriëntatiepunten voor openlijk geweld, diefstal met geweld en vernieling, is de door de rechtbank opgelegde werkstraf van in totaal 150 uur in beginsel passend. Daarbij weegt de omstandigheid dat de verdachte bij het gepleegde openlijk geweld meerdere personen, die een conflict probeerden te sussen, met een wapen (namelijk een stok) te lijf is gegaan door deze tegen het hoofd te slaan, in strafverzwarende zin mee.
Beslag
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
taakstraf, bestaande uit een
werkstrafvoor de duur van
150 (honderdvijftig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
75 (vijfenzeventig) dagen jeugddetentie.
50 (vijftig)uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
25 (vijfentwintig) dagen jeugddetentie, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
dadelijk uitvoerbaarzijn.
€ 350,00 (driehonderdvijftig euro) ter zake van immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 350,00 (driehonderdvijftig euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
7 (zeven) dagen jeugddetentie, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die jeugddetentie de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 926,64 (negenhonderdzesentwintig euro en vierenzestig cent) bestaande uit € 276,64 (tweehonderdzesenzeventig euro en vierenzestig cent) materiële schade en € 650,00 (zeshonderdvijftig euro) immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 926,64 (negenhonderdzesentwintig euro en vierenzestig cent) bestaande uit € 276,64 (tweehonderdzesenzeventig euro en vierenzestig cent) materiële schade en € 650,00 (zeshonderdvijftig euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
18 (achttien) dagen jeugddetentie, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die jeugddetentie de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.