ECLI:NL:GHAMS:2018:3280
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep wegens gebrek aan grieven
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 10 september 2018 uitspraak gedaan in het hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1997 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, had geen grieven kenbaar gemaakt, noch schriftelijk noch mondeling. Tijdens de zitting op 27 augustus 2018 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtens te respecteren belang is dat zou pleiten voor een verder onderzoek van de zaak. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden. Het arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 10 september 2018, waarbij mr. A. Verweij niet in staat was om het arrest mede te ondertekenen.