In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellante] tegen een vonnis van de kantonrechter in Amsterdam, waarin de vordering tot beëindiging van een huurovereenkomst met Woonvereniging De Wouwerman werd afgewezen. [appellante] stelt dat zij het gehuurde dringend nodig heeft voor eigen gebruik in verband met renovatie, omdat er een structurele wanverhouding zou zijn tussen de exploitatiekosten en de huuropbrengsten. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat het enkele feit dat [appellante] wil renoveren niet voldoende is voor het aannemen van dringend eigen gebruik. Het hof bevestigt deze beslissing en oordeelt dat er geen sprake is van een exploitatietekort, aangezien de huuropbrengsten in 2016 hoger waren dan de exploitatiekosten. Het hof concludeert dat de grieven van [appellante] falen en bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter, waarbij [appellante] wordt veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep.