ECLI:NL:GHAMS:2018:3231
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Klacht tegen toegevoegd gerechtsdeurwaarder over te late postbezorging en onjuiste vordering
In deze zaak heeft klaagster een klacht ingediend tegen een toegevoegd gerechtsdeurwaarder. De klaagster verwijt de gerechtsdeurwaarder dat hij brieven structureel te laat bij haar bezorgt, dat hij op 27 november 2015 niet bij haar aan de deur is geweest en dat hij een brief in de verkeerde brievenbus heeft achtergelaten. Daarnaast stelt klaagster dat er bij de narekening van de openstaande vordering een verschil van € 553,- in het voordeel van de gerechtsdeurwaarder is geconstateerd. De kamer heeft de klachten van klaagster ongegrond verklaard, waarna het hof deze beslissing heeft bevestigd. Het hof heeft in zijn beoordeling gekeken naar de feiten zoals vastgesteld door de kamer en heeft geen bewijs gevonden voor de stelling dat de gerechtsdeurwaarder structureel te laat post bezorgt. Ook de beschuldiging van valsheid in geschrifte werd door het hof verworpen, omdat er geen opzet aan de zijde van de gerechtsdeurwaarder kon worden aangetoond. De gerechtsdeurwaarder heeft erkend dat er een fout was gemaakt in de opgave van de openstaande vordering, maar het hof oordeelde dat dit niet tuchtrechtelijk laakbaar was, aangezien de juiste hoofdsom in eerdere correspondentie was vermeld. Het hof heeft de bestreden beslissing van de kamer bevestigd en de klacht van klaagster afgewezen.