ECLI:NL:GHAMS:2018:3154

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
18 mei 2018
Publicatiedatum
31 augustus 2018
Zaaknummer
23-003898-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter in de zaak van zakkenrollerij

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 18 mei 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 31 oktober 2017 was gewezen. De verdachte, geboren in 1990 en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, was veroordeeld voor zakkenrollerij en een poging daartoe. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, behalve ten aanzien van de strafoplegging, die werd vernietigd. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier maanden, maar de advocaat-generaal had een straf van tweeënzestig dagen geëist. Het hof heeft uiteindelijk besloten om een gevangenisstraf van drie maanden op te leggen, rekening houdend met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan. Het hof heeft daarbij in het bijzonder de keuze van de verdachte om kwetsbare slachtoffers te benaderen in de nacht meegewogen. De verdachte heeft blijk gegeven van geen respect voor de eigendomsrechten van anderen, wat bij de benadeelden hinder en gevoelens van onveiligheid kan veroorzaken. Het hof heeft de toepasselijke wettelijke voorschriften, waaronder artikelen 45, 57 en 310 van het Wetboek van Strafrecht, toegepast zoals deze golden ten tijde van het bewezen verklaarde. De tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, zal in mindering worden gebracht op de opgelegde gevangenisstraf. Het arrest is uitgesproken op een openbare terechtzitting en is ondertekend door de rechters, met uitzondering van mr. G.M. Boekhoudt, die buiten staat was om te ondertekenen.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 23-003898-17
Datum uitspraak: 18 mei 2018
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 31 oktober 2017 in de strafzaak onder parketnummer
13-702729-17 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1990,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
adres in het buitenland: [adres]

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
7 mei 2018 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen, behalve ten aanzien van de strafoplegging. In zoverre zal het vonnis worden vernietigd.

Oplegging van straf

De politierechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg onder
1 en 2 bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier maanden, met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder 1 en 2 ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van tweeënzestig dagen met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan zakkenrollerij en een poging daartoe. Zakkenrollerij is een misdrijf dat bij de benadeelden hinder, schade en gevoelens van onveiligheid kan veroorzaken en gevoelens van angst in de samenleving kan versterken. Door te handelen zoals hij heeft gedaan heeft de verdachte er blijk van gegeven geen respect te hebben voor de eigendomsrechten van een ander. Daarnaast weegt het hof mee dat de verdachte midden in de nacht kwetsbare personen als slachtoffers heeft uitgekozen. Gelet op deze omstandigheden dient een vrijheidsbenemende straf te worden opgelegd. Gelet op de ernst van de feiten kan niet worden volstaan met een gevangenisstraf gelijk aan de duur van het reeds ondergane voorarrest, zoals de advocaat-generaal heeft gevorderd en door de raadsman verzocht.
Het hof ziet in het door de raadsvrouw gestelde omtrent een mishandeling in detentie geen reden tot matiging van de op te leggen straf.
Het hof acht, alles afwegende, een gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 45, 57 en 310 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de strafoplegging en doet in zoverre opnieuw recht.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige, met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M. Lolkema, mr. P. Greve en mr. G.M. Boekhoudt, in tegenwoordigheid van
mr. C. Schenker, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
18 mei 2018.
Mr. G.M. Boekhoudt is buiten staat dit arrest te ondertekenen.