Uitspraak
13-689358-16 tegen:
1 subsidiair en 3 is ten laste gelegd. Het hoger beroep is door de verdachte onbeperkt ingesteld en is derhalve mede gericht tegen de in eerste aanleg gegeven beslissing tot vrijspraak.
2.
Subsidiair:hij in of omstreeks de periode van 10 november 2016 tot en met 17 november 2016 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk een ING-bankpas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de ING-bank en/of aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, en welk goed verdachte en/of zijn mededaders anders dan door misdrijf onder zich had(den), te weten als vinder(s), wederrechtelijk zich heeft/hebben toegeëigend;
4.4.hij in of omstreeks de periode van 14 november 2016 tot en met 15 november 2016 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening (in/uit een [bedrijf] auto) heeft weggenomen een jas en/of een of meer bankpassen en/of andere passen en/of een belastingbrief en/of een of meer (auto)sleutel(s), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of de [bedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);Subsidiair:hij in of omstreeks de periode van 14 november 2016 tot en met 17 november 2016 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een jas en/of een of meer bankpassen en/of andere passen en/of een belastingbrief en/of een of meer (auto)sleutel(s), heeft/hebben verworven en/of voorhanden heeft/hebben gehad, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen wist(en), althans redelijkerwijs ha(den) moeten vermoeden, dat het (een) door diefstal, in elk geval (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
2 jaren.
18 mei 2018.