Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Verder verloop van het geding in hoger beroep
2.Verdere beoordeling
de grieven I en II(voor zover op deze vordering betrekking hebbend) alsmede
grief Vvan de hand gewezen. Tussen partijen staat inmiddels vast, kort gezegd, dat Parteon voormeld hoger beroep niet heeft doorgezet. Dit betekent dat de voorwaarde waaronder de primaire vorderingen IV en V en de subsidiaire vorderingen VI en VIII zijn ingesteld, is vervuld. Bij nader inzien gaat het hof ervan uit, gelet op de aard van de vorderingen en de formulering ervan, dat vordering VII subsidiair ten opzichte van vordering III is ingesteld. Het hof zal nu eerst de vorderingen IV, V, VI en VIII bespreken. Deze grieven strekken er alle in essentie toe dat Parteon [appellante] onder vergoeding van een aantal van haar kosten een andere woning aanbiedt. Overigens komen de vorderingen IV (met nevenvordering V) en VI (met nevenvordering VIII) op hetzelfde neer.