ECLI:NL:GHAMS:2018:3100
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep wegens gebrek aan bewijs van bedreiging met een voorwerp
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 27 augustus 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld voor bedreiging, maar heeft hoger beroep ingesteld. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 2 juli 2017, waarbij de verdachte de aangever zou hebben bedreigd met een tang of een vergelijkbaar scherp voorwerp. De aangever verklaarde dat de verdachte hem dreigend had toegesproken met de woorden: 'ik weet waar jullie wonen'.
Tijdens de zitting in hoger beroep op 13 augustus 2018 heeft het hof het dossier bestudeerd en de verklaringen van de betrokkenen gehoord. De advocaat-generaal vorderde een veroordeling van de verdachte tot dezelfde straf als eerder opgelegd. Echter, het hof kwam tot de conclusie dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de bedreiging te kunnen vaststellen. De verklaringen van de aangever en getuigen waren niet voldoende om te bewijzen dat de verdachte daadwerkelijk een stekende beweging met de tang had gemaakt.
Het hof oordeelde dat de woorden van de verdachte, noch op zichzelf, noch in de context van de situatie, bij de aangever de redelijke vrees konden doen ontstaan dat hij het leven zou verliezen of zwaar mishandeld zou kunnen worden. Daarom heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De uitspraak benadrukt het belang van wettig en overtuigend bewijs in strafzaken en de rol van de rechter in het beoordelen van de geloofwaardigheid van getuigenverklaringen.