ECLI:NL:GHAMS:2018:3085

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
31 juli 2018
Publicatiedatum
27 augustus 2018
Zaaknummer
23-003332-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep voor veroorzaken verkeersongeval en rijden zonder rijbewijs

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 31 juli 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was beschuldigd van het veroorzaken van een verkeersongeval, het verlaten van de plaats van het ongeval en het rijden zonder rijbewijs. Het incident vond plaats op 29 juni 2015 in Alkmaar, waar de verdachte als bestuurder van een bromfiets betrokken was bij een aanrijding met een fietser. De fietser raakte hierbij gewond en werd naar het ziekenhuis vervoerd. De verdachte had de bromfiets geleend van zijn broer en het signalement van de bestuurder was te algemeen om hem met zekerheid te kunnen identificeren. Het hof oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren voor de tenlastegelegde feiten. De advocaat-generaal had gevorderd het vonnis van de rechtbank te bevestigen, maar het hof kwam tot de conclusie dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij de feiten had gepleegd. Daarom werd het vonnis van de rechtbank vernietigd en werd de verdachte vrijgesproken van alle beschuldigingen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003332-17
datum uitspraak: 31 juli 2018
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 5 september 2017 in de strafzaak onder parketnummer 15-700491-15 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1997,
adres: [adres] .
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
17 juli 2018 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en de raadsvrouw naar voren hebben gebracht.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:

1.primair:hij op of omstreeks 29 juni 2015 in de gemeente Alkmaar als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (bromfiets (merk Piaggio, kenteken [kenteken] ) -zonder dat aan hem een voor het besturen van dat motorrijtuig geldig rijbewijs was afgegeven- daarmee gaan rijden over de weg, het Scharlo en heeft zich zodanig gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend, een voor hem, in dezelfde rijrichting, rijdende bestuurder van een fiets (e-bike, merk Sparta) rechts in plaats van links in te gaan halen,

immers, hij, verdachte, is toen aldaar (terwijl er op dat moment sprake was van druk verkeer) die voor hem, in dezelfde rijrichting op de (smalle) fietsstrook van het Scharlo, rijdende bestuurder van een fiets (genaamd [slachtoffer] ) (met flinke snelheid) rechts in plaats van links gaan inhalen, althans aan de rechterzijde, gaan passeren en heeft (daarbij) onvoldoende afstand bewaard tot, althans heeft onvoldoende rekening gehouden met die bestuurder, waardoor hij, verdachte, in botsing en/of aanrijding is gekomen met die bestuurder en/of diens fiets, ten gevolge waarvan die bestuurder (met fiets) ten val is gekomen en aan hem zwaar lichamelijk letsel,(te weten een of meer aangezichtsfracturen en/of een of meer schaafwonden aan het aangezicht en/of een hersenschudding en/of een of meer gekneusde ribben en/of een of meer schaafwonden op het linkerbeen en/of een hoofwond), of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;

1.subsidiair:hij op of omstreeks 29 juni 2015 in de gemeente Alkmaar als bestuurder van een voertuig (bromfiets, merk Piaggio, kenteken [kenteken] ), daarmee rijdende op de weg, het Scharlo, een voor hem, in dezelfde rijrichting, rijdende bestuurder van een fiets (e-bike, merk Sparta) rechts in plaats van links heeft ingehaald

immers, hij, verdachte, is (terwijl er op dat moment sprake was van druk verkeer) die voor hem, in dezelfde rijrichting op de (smalle) fietsstrook van het Scharlo, rijdende bestuurder van een fiets (met flinke snelheid) rechts in plaats van links gaan inhalen, althans aan de rechterzijde, gaan passeren en heeft (daarbij) onvoldoende afstand bewaard tot, althans heeft onvoldoende rekening gehouden met die bestuurder, waardoor hij, verdachte, in botsing en/of aanrijding is gekomen met die bestuurder en/of diens fiets, ten gevolge waarvan die bestuurder (met fiets) ten val is gekomen, waarbij letsel aan die persoon is ontstaan of schade aan goederen is toegebracht en/of door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;

2.2.hij op of omstreeks 29 juni 2015 in de gemeente Alkmaar als bestuurder van een motorrijtuig (bromfiets) betrokken bij een verkeersongeval of door wiens gedraging een verkeersongeval was veroorzaakt op het Scharlo, (omstreeks 16.45 uur) de plaats van het ongeval heeft verlaten, terwijl bij dat ongeval naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden aan een ander (te weten [slachtoffer] ) letsel en/of schade was toegebracht;

3.hij op of omstreeks 29 juni 2015 in de gemeente Alkmaar als bestuurder van een motorrijtuig (bromfiets) heeft gereden op de weg, het Scharlo, zonder dat aan hem door de daartoe bevoegde autoriteit, als bedoeld in artikel 116 lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994 een rijbewijs was afgegeven voor de categorie van motorrijtuigen, waartoe dat motorrijtuig behoorde.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot andere beslissingen komt dan de rechtbank.
Vordering van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen.
Vrijspraak
Op 29 juni 2015 heeft omstreeks 16.45 uur een botsing plaatsgevonden op het Scharlo in Alkmaar tussen een bromfiets en een fietser, waardoor de fietser ten val is gekomen. De bestuurder van de bromfiets is doorgereden. De fietser heeft letsel opgelopen en is naar het ziekenhuis vervoerd. De bestuurder van de bromfiets was volgens getuigen een jonge jongen met een Noord-Afrikaans uiterlijk, ongeveer achttien tot twintig jaar oud, ongeveer 1.70 meter lang, normaal postuur, lichte huidskleur, kort donker haar dat aan de zijkanten was opgeschoren en hij droeg een lichtkleurige blouse en een korte broek.
Vast staat dat de bromfiets die betrokken was bij het ongeval die dag was uitgeleend aan de verdachte. Op grond van de verklaringen van de verdachte en van diens broer [broer] staat voorts vast dat deze broer de bromfiets diezelfde dag rond 12.15 uur heeft geleend. [broer] zou de bromfiets na 16.00 uur hebben terug gezet op de stoep bij het ouderlijk huis, waar ook de verdachte woont, met de sleutels in het contactslot.
Het hof overweegt dat het signalement van de bestuurder van de bromfiets, waarin de verdachte past, te algemeen is. Op grond van de stukken in het dossier en het verhandelde ter terechtzitting valt niet uit te sluiten, zoals de verdediging heeft bepleit, dat een ander dan de verdachte op 29 juni 2015 de bromfiets heeft bestuurd, een verkeersongeval heeft veroorzaakt en vervolgens de plaats van het ongeval heeft verlaten. Om die reden kan evenmin worden vastgesteld dat de verdachte op 29 juni 2015 zonder rijbewijs op de bromfiets heeft gereden.
Naar het oordeel van het hof is dus niet wettig en overtuigend is bewezen hetgeen de verdachte onder 1, 2 en 3 is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 1 subsidiair, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. C.N. Dalebout, mr. W.M.C. Tilleman en mr. A.E. Kleene-Krom, in tegenwoordigheid van mr. D.J. Lutje Wagelaar, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 31 juli 2018.
[...]