ECLI:NL:GHAMS:2018:3079

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
9 mei 2018
Publicatiedatum
27 augustus 2018
Zaaknummer
23-003327-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake winkeldiefstal met recidive

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 9 mei 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1983 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, was in eerste aanleg veroordeeld voor winkeldiefstal op 30 augustus 2017, waarbij hij etenswaren ter waarde van circa 25,97 euro had weggenomen uit een winkel. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter, die hem een gevangenisstraf van 16 dagen had opgelegd met aftrek van voorarrest.

Tijdens de zitting in hoger beroep op 26 april 2018 heeft de raadsman van de verdachte aangevoerd dat er sprake zou zijn van een persoonsverwisseling en dat de verdachte onschuldig was. Het hof heeft dit verweer echter verworpen, omdat er geen bewijs was voor de stelling van de raadsman. Het hof oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan de diefstal, en dat er geen omstandigheden waren die de strafbaarheid van de verdachte uitsloten.

Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte werd opnieuw veroordeeld tot een gevangenisstraf van 16 dagen, waarbij rekening werd gehouden met zijn recidive en de ernst van het feit. Het hof heeft de op te leggen straf gegrond op de artikelen 63 en 310 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze golden ten tijde van het bewezen verklaarde. De tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, zal in mindering worden gebracht op de opgelegde straf.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003327-17
datum uitspraak: 9 mei 2018
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 8 september 2017 in de strafzaak onder parketnummer 13-702443-17 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1983,
thans zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
26 april 2018 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 30 augustus 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een of meer etenswa(a)r(en) en/of drinkwa(a)r(en) en/of levensmiddel(en) (met een totale waarde van circa 25,97 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf [bedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof een andere bewijsconstructie hanteert.

Bespreking van een bewijsverweer

De raadsman heeft zich ter terechtzitting in hoger beroep op het standpunt gesteld dat de verdachte dient te worden vrijgesproken. Hij heeft daartoe aangevoerd dat volgens de verdachte sprake moet zijn van een persoonsverwisseling en dat de verdachte meent onschuldig te zijn.
Het hof verwerpt het verweer en overweegt dat het dossier geen enkel aanknopingspunt biedt om aan te nemen dat sprake is geweest van een persoonsverwisseling. Het hof acht op grond van de bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de diefstal heeft gepleegd.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 30 augustus 2017 te Amsterdam, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen etenswaren, drinkwaar en levensmiddelen met een totale waarde van circa 25,97 euro, toebehorende aan winkelbedrijf [bedrijf].
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
diefstal.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De politierechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 16 dagen met aftrek van het voorarrest.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan winkeldiefstal. Daarmee heeft hij inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van het betreffende winkelbedrijf. Winkeldiefstal is een ergerlijk feit, dat naast schade ook hinder veroorzaakt voor het winkelbedrijf.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 12 april 2018 is hij eerder ter zake van soortgelijke feiten onherroepelijk veroordeeld, hetgeen door het hof in het nadeel van de verdachte wordt meegewogen.
Het hof acht, mede gelet op de recidive van de verdachte en rekening houdend met artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht, alles afwegende, een gevangenisstraf voor de duur van 16 dagen passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 63 en 310 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
16 (zestien) dagen.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.L. Leenaers, mr. M.F.J.M. de Werd en mr. M.M. van der Nat, in tegenwoordigheid van mr. D.J. Lutje Wagelaar, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 9 mei 2018.
mr. M.F.J.M. de Werd en mr. M.L. Leenaers zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
[…]