ECLI:NL:GHAMS:2018:3076

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
9 mei 2018
Publicatiedatum
27 augustus 2018
Zaaknummer
23-001435-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte wegens gebrek aan bewijs voor vernieling van auto met eieren

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 9 mei 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was beschuldigd van het opzettelijk en wederrechtelijk vernielen van een auto door eieren naar het voertuig te gooien. De tenlastelegging betrof een incident dat plaatsvond op 27 september 2016 te Zandvoort, waarbij de auto toebehoorde aan de benadeelde partij. Tijdens de zitting in hoger beroep op 26 april 2018 heeft het hof het dossier bestudeerd en de vordering van de advocaat-generaal gehoord, evenals de verdediging van de verdachte.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte weliswaar de eieren op de auto heeft gegooid, maar dat er onvoldoende bewijs is dat dit heeft geleid tot vernieling, beschadiging of onbruikbaarheid van de auto. De aangever had weliswaar schade gesteld, maar het hof concludeerde dat uit het dossier niet bleek dat de auto daadwerkelijk beschadigd was of niet meer gebruikt kon worden. Daarom oordeelde het hof dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij de ten laste gelegde feiten had gepleegd, wat leidde tot vrijspraak.

Daarnaast werd de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke taakstraf afgewezen, omdat de verdachte werd vrijgesproken. De benadeelde partij had een vordering tot schadevergoeding ingediend, maar deze werd niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte niet schuldig was bevonden aan het handelen dat de schade zou hebben veroorzaakt. Het hof heeft de kosten voor beide partijen bepaald op eigen rekening.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001435-17
datum uitspraak: 9 mei 2018
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 10 april 2017 in de strafzaak onder de parketnummers 15-020616-17 en 15-095931-14 (TUL) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1969,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
26 april 2018 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 27 september 2016 te Zandvoort opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto (merk Ford Focus kenteken [kenteken]), dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [benadeelde] heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de politierechter.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen.

Vrijspraak

Het hof acht op grond van de inhoud van het dossier bewezen dat de verdachte de eieren op de auto van [benadeelde] heeft gegooid. Het alternatieve scenario dat door de verdediging ter terechtzitting in hoger beroep naar voren is gebracht, te weten dat niet de verdachte maar de bovenbuurman de eieren heeft gegooid, is niet aannemelijk geworden.
Naar het oordeel van het hof ontbreekt echter het bewijs dat de verdachte de auto van [benadeelde] met het gooien van eieren heeft vernield, beschadigd dan wel onbruikbaar heeft gemaakt. Door de aangever is de beschadiging wel gesteld, maar van beschadiging blijkt niet uit het dossier. Evenmin is bewezen dat de auto door de gegooide eieren onbruikbaar is gemaakt. Uit het dossier volgt immers niet dat de auto op dat moment (tijdelijk) niet gebruikt kon worden waarvoor deze bestemd was.
Naar het oordeel van het hof is derhalve niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.

Vordering tenuitvoerlegging

Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 31 maart 2015 opgelegde voorwaardelijke taakstraf voor de duur van 20 uren, subsidiair 10 dagen hechtenis. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Nu de verdachte zal worden vrijgesproken van het ten laste gelegde zal de vordering tot tenuitvoerlegging worden afgewezen.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 700,00 bestaande uit € 450,00 aan materiële schade en € 250,00 aan immateriële schade. De benadeelde partij is in de vordering bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.
De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting in hoger beroep gevorderd dat de benadeelde partij in de vordering niet-ontvankelijk zal worden verklaard, omdat de vordering onvoldoende is onderbouwd.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in de vordering niet worden ontvangen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Wijst af de vordering van de officier van justitie in het arrondissement te Noord-Holland van 1 februari 2017, strekkende tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 31 maart 2015, parketnummer 15-095931-14, voorwaardelijk opgelegde taakstraf voor de duur van 20 (twintig) uren subsidiair 10 (tien) dagen hechtenis.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.M. van der Nat, mr. M.F.J.M. de Werd en mr. M.L. Leenaers, in tegenwoordigheid van mr. D.J. Lutje Wagelaar, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 9 mei 2018.
mr. M.F.J.M. de Werd en mr. M.L. Leenaers zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
[…]