In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 11 juli 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1986, was beschuldigd van het beledigen van een politieambtenaar, [verbalisant 1], tijdens de rechtmatige uitoefening van zijn functie op 4 mei 2017 in Zaandam. De verdachte had de agent beledigd door te zeggen: 'Ik vind jou een teringlijer'. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd, omdat dit slechts een aantekening was en niet voldeed aan de eisen van een vonnis.
Tijdens de zitting in hoger beroep op 27 juni 2018 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte gehoord. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde belediging, en dat er voldoende bewijs was, waaronder verklaringen van de betrokken politieambtenaren en een video-opname van het incident. Het hof heeft geoordeeld dat de verdachte strafbaar is en heeft de straf bepaald op een taakstraf van 30 uren, in plaats van een geldboete, gezien de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan. Het hof heeft ook de teruggave van de in beslag genomen mobiele telefoon aan de verdachte gelast.
De beslissing van het hof is gebaseerd op de artikelen 22c, 22d, 63, 266 en 267 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze golden ten tijde van het bewezen verklaarde. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 30 uren en heeft de teruggave van de in beslag genomen iPhone 6 gelast.