ECLI:NL:GHAMS:2018:2919

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
19 juni 2018
Publicatiedatum
15 augustus 2018
Zaaknummer
23-004304-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake winkeldiefstal met meerdere verdachten

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 19 juni 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in Georgië in 1990, was beschuldigd van winkeldiefstal van Bosch accu's, gepleegd op 8 juli 2017 te Amsterdam. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd op proceseconomische gronden en heeft vastgesteld dat de verdachte samen met een ander de diefstal heeft gepleegd. De verdachte werd vrijgesproken van andere tenlasteleggingen die niet bewezen konden worden.

Het hof oordeelde dat de verdachte strafbaar was voor de diefstal door twee of meer verenigde personen. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie weken. In hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het vonnis zou worden bevestigd, maar het hof heeft besloten om een taakstraf van 80 uren op te leggen in plaats van een vrijheidsbenemende straf. Het hof heeft hierbij rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is begaan, en de persoonlijke situatie van de verdachte, die op het punt staat zijn leven te beteren.

De beslissing van het hof is gebaseerd op de artikelen 22c, 22d, 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze golden ten tijde van het bewezen verklaarde. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 80 uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien deze niet naar behoren wordt verricht.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-004304-17
datum uitspraak: 19 juni 2018
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 6 december 2017 in de strafzaak onder parketnummer 13-126240-17 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Georgië) op [geboortedag] 1990,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 5 juni 2018 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 8 juli 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meer Bosch accu's, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Hornbach Bouwmarkt en Tuincentrum, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd vanwege proceseconomische redenen.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 8 juli 2017 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen Bosch accu's toebehorende aan Hornbach Bouwmarkt en Tuincentrum.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straffen

De politierechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 weken.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan diefstal van meerdere accu’s. Winkeldiefstal is een zeer ergerlijk feit, dat naast schade vaak veel hinder veroorzaakt voor de gedupeerde bedrijven.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 22 mei 2018 is hij eerder ter zake van vermogensdelicten onherroepelijk veroordeeld, hetgeen in zijn nadeel weegt.
Het hof houdt in het voordeel van de verdachte rekening met zijn huidige persoonlijke omstandigheden, zoals die ter terechtzitting in hoger beroep naar voren zijn gebracht. De verdachte ontvangt momenteel nog een uitkering, maar heeft op korte termijn uitzicht op een baan. In september begint hij met een nieuwe opleiding en hij heeft een vriendin die hem op het juiste pad houdt. De verdachte stelt een andere weg te zijn ingeslagen wat betreft zijn verleden. Het hof acht het van belang deze positieve wending in het leven van de verdachte niet te doorbreken door de gevorderde vrijheidsbenemende straf op te leggen.
Het hof acht, alles afwegende, een taakstraf voor de duur van 80 uren passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 22c, 22d, 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
80 (tachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
40 (veertig) dagen hechtenis.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.L.M. van der Voet, mr. G. Oldekamp en mr. M.J. Dubelaar, in tegenwoordigheid van
R. Rasink, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 19 juni 2018.
mr. M.J. Dubelaar is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.