In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 19 juni 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1982, was aangeklaagd voor diefstal van computeraccessoires, waaronder Apple Time Capsules en harde schijven, die toebehoorden aan een winkelbedrijf. De diefstal vond plaats op 29 april en 11 juni 2015 in Amsterdam en Duivendrecht. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd, omdat het tot een andere kwalificatie van het bewezenverklaarde en een andere strafoplegging kwam. Het hof achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten had gepleegd, maar sprak hem vrij van andere tenlasteleggingen.
De verdachte werd eerder veroordeeld voor vermogensdelicten, wat in zijn nadeel weegt. Desondanks heeft het hof, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, besloten om een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier weken op te leggen met een proeftijd van twee jaar. Het hof oordeelde dat de verdachte zich in een positieve levensfase bevond, met een stabiele baan en een nieuwe relatie, en dat een onvoorwaardelijke straf niet opportuun zou zijn. De vordering van het openbaar ministerie tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke straf werd afgewezen, omdat deze niet binnen de geldende termijn was ingediend. Het hof heeft de op te leggen straf gegrond op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht.