ECLI:NL:GHAMS:2018:2912

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
8 juni 2018
Publicatiedatum
15 augustus 2018
Zaaknummer
23-004264-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake schuldheling van navigatiesystemen

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 8 juni 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in Pakistan in 1974, was beschuldigd van schuldheling van meerdere navigatiesystemen (merk: TomTom) die hij op of omstreeks 30 juli 2015 in Amsterdam voorhanden had. De verdachte had deze navigatiesystemen verworven van een klant in zijn winkel, maar had geen persoonsgegevens van deze klant en wist niet dat de systemen gestolen waren. Tijdens de zitting in hoger beroep op 25 mei 2018 heeft de advocaat-generaal de vordering gedaan en is het verweer van de verdachte, dat hij niet wist dat de systemen van misdrijf afkomstig waren, verworpen. Het hof oordeelde dat de verdachte had moeten onderzoeken waar de TomToms vandaan kwamen, gezien de omstandigheden waaronder hij ze had verkregen. Het hof achtte het bewezen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan schuldheling en vernietigde het eerdere vonnis. De verdachte werd veroordeeld tot een geldboete van € 450,00 en 9 dagen hechtenis, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis bij gebreke van betaling. De beslissing is genomen op basis van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het was begaan, waarbij het hof rekening hield met het strafblad van de verdachte, die niet eerder voor vermogensdelicten was veroordeeld.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-004264-17
datum uitspraak: 8 juni 2018
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 21 november 2017 in de strafzaak onder parketnummer 13-198812-15 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Pakistan) op [geboortedag] 1974,
[adres]

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 25 mei 2018.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 30 juli 2015 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, een goed te weten meerdere navigatiesystemen (merk: TomTom) heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.

In hoger beroep gevoerd verweer

De raadsman heeft algehele vrijspraak bepleit. Hij heeft daartoe aangevoerd dat de verdachte wist noch redelijkerwijs hoefde te vermoeden dat de bij hem in de winkel aangetroffen navigatiesystemen afkomstig waren van enig misdrijf en dat hij heeft voldaan aan zijn onderzoekplicht.
Het hof verwerpt het verweer en overweegt dienaangaande als volgt.
Vast staat dat de verdachte twee TomToms met één oplader in zijn winkel voorhanden heeft gehad die kort daarvoor waren gestolen uit een auto met een Frans kenteken. De TomToms waren ingesteld in de Franse taal. Naar eigen zeggen heeft hij deze voorwerpen ontvangen van een persoon die bij hem vaste klant was, maar waarvan hij op dat moment geen persoonsgegevens had. Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de verdachte verklaard dat hij de TomToms in bewaring had genomen omdat deze vaste klant dringend geld nodig had; de klant zou de TomToms een dag later weer ophalen en hem het geld teruggeven. De verdachte zou de navigatiesystemen hebben aangezet om te zien of zij werkten, maar zou niet hebben opgemerkt dat de instellingen in de Franse taal waren gesteld.
Het hof stelt vast dat de verdachte als winkelier twee TomToms (met instellingen in de Franse taal) met daarbij slechts één oplader heeft verkregen van een persoon die hij nauwelijks kende en van wie hij geen gegevens had. In een dergelijke situatie had de verdachte (nader) onderzoek moeten doen naar de herkomst van de beide TomToms. Door dit nadere onderzoek achterwege te laten, heeft de verdachte niet voldaan aan zijn onderzoekplicht en heeft hij zich schuldig gemaakt aan schuldheling. Het hof ziet zich in dit oordeel gesterkt door de omstandigheid dat de verdachte - kort nadat hem de TomToms waren overhandigd - ontwijkend heeft geantwoord op vragen van verbalisant Weltman over hetgeen zojuist was gebeurd.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 30 juli 2015 te Amsterdam twee navigatiesystemen (merk: TomTom) voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen redelijkerwijs moest vermoeden dat het door misdrijf verkregen goederen betrof.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
schuldheling.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De politierechter heeft de verdachte veroordeeld tot een geldboete ter hoogte van € 300,00.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon en de draagkracht van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich als winkelier schuldig gemaakt aan schuldheling van twee navigatiesystemen. Daardoor heeft hij bijgedragen aan het in stand houden van een afzetmarkt voor gestolen voorwerpen. Gelet op het de verdachte betreffende uittreksel uit de Justitiële Documentatie, waaruit volgt dat hij niet eerder ter zake van vermogensdelicten is veroordeeld, acht het hof een geldboete een passende reactie. Het hof ziet echter – anders dan de politierechter en de advocaat-generaal – geen reden om de hoogte van de boete lager vast te stellen dan het bedrag in de eerder uitgevaardigde strafbeschikking.
Het hof acht, alles afwegende, een geldboete ter hoogte van € 450,00 passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 23, 24, 24c, 63 en 417bis van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Vernietigt de eerder uitgevaardigde strafbeschikking van 10 maart 2016 onder parketnummer
13-198812-15.
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 450,00 (vierhonderdvijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
9 (negen) dagen hechtenis.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.L. Leenaers, mr. H.M.J. Quaedvlieg en mr. M.C.A.E. van Binnebeke, in tegenwoordigheid van R. Rasink, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
8 juni 2018.
mr. Van Binnebeke is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.