ECLI:NL:GHAMS:2018:2882
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot vervangende toestemming voor verhuizing en inschrijving op basisschool afgewezen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 7 augustus 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van de moeder om vervangende toestemming voor verhuizing met haar minderjarige dochter naar [A] en inschrijving op een basisschool aldaar. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. S. Rozemeijer, verzocht om de beschikking van de rechtbank Noord-Holland te vernietigen, waarin haar verzoek was afgewezen. De vader, vertegenwoordigd door mr. E.A.J. Verschuur-van der Voort, verzocht de moeder niet ontvankelijk te verklaren en de bestreden beschikking te bekrachtigen. Het hof overwoog dat de wilsuiting van de minderjarige geen doorslaggevende betekenis kan worden toegekend, omdat de moeder de verhuizing onvoldoende had voorbereid en de noodzakelijkheid van de verhuizing niet aannemelijk had gemaakt. Het hof concludeerde dat het belang van de minderjarige om in haar vertrouwde omgeving te blijven en het contact met de vader niet te verstoren, zwaarder weegt dan de wens van de moeder om te verhuizen. De bestreden beschikking werd bekrachtigd, en het verzoek van de moeder werd afgewezen.