Het hof wijst op navolgende citaten uit de verklaring van 22 november 2012:
“(...)
Hier mijn verhaal. Ik wil hier expliciet verklaren dat mijn zoon [appellant sub 1] en dochter [appellante sub 2] systematisch de wil en keuzes van [de moeder] (hof: de vooroverleden echtgenote van erflater, de moeder van [appellanten] en [geïntimeerde]
) alsook van mij niet hebben gerespecteerd en respecteren en naar eigen inzichten, intenties met leugens en onder valse voorwendselen, zonder met ons te overleggen, gehandeld hebben. Uitdrukkelijk tegen ons beider wil in. Ik verzet mij daarom uitdrukkelijk tegen de vernietiging van [de moeder] Testament.
(...)
In april 2010 ben ik wegens een vermeende hartaanval, opgenomen in ziekenhuis Gelderse Vallei. Mijn oudste zoon heeft de regie uit handen van de specialisten van de Gelderse Vallei genomen en mij laten overbrengen naar het Antonius Ziekenhuis te Nieuwegein. Daar bleek dat ik geen hartaanval had gehad na grondig onderzoek (mijn diagnose was dat ik een allergische reactie heb gehad op het smaak versterkingsmiddel Ve-tsin (E 621). Ik werd officieel ontslagen, maar [appellant sub 1] en [appellante sub 2] hebben mij gezegd dat ik de dag na mijn ontslag naar het Bronovo ziekenhuis moest voor nadere aan mij onbekende en niet toegelichte onderzoeken en dit geheel en al buiten overleg met mijzelf. Ik weigerde hieraan mee te werken en wilde naar huis. [appellant sub 1] , noch [appellante sub 2] wenste mij naar huis te brengen toen ik daarom vroeg. [de moeder] reed geen auto meer, zodat ik mijn jongste dochter [geïntimeerde] heb gebeld met het verzoek mij te komen halen en naar huis te brengen. Zij vroeg mij waarom en of ik officieel uit het Antonius Ziekenhuis was ontslagen, waarop ik haar antwoordde dat ik officieel was ontslagen en dat ik nu naar huis wilde. Toen de ontslagbrief werd meegegeven bleek er geen verwijzing naar het Bronovo door de behandelend arts uit het Antonius Ziekenhuis, te zijn bijgevoegd/afgegeven. Sindsdien ben ik verder gaan twijfelen aan de intenties en integriteit van [appellant sub 1] en [appellante sub 2] mede omdat [appellante sub 2] , [geïntimeerde] heeft gebeld en haar heeft bevolen mij in het Antonius Ziekenhuis achter te laten en geen gehoor te geven aan mijn verzoek mij naar huis te brengen.
(...)
Tijdens de bezoeken (3x) in juli en augustus 2010 aan mr. Paardekooper te Nijmegen hebben wij ons geschonden vertrouwen in [appellant sub 1] en [appellante sub 2] geuit. Ook is door ons aan mr Paardekooper aangegeven dat [de moeder] en ikzelf vanwege het gebrek aan vertrouwen en het ontbreken van compassie wij onze belangen niet wilden laten behartigen door [appellant sub 1] en of [appellante sub 2] . [de moeder] en ook ikzelf wantrouwden [appellant sub 1] en vertrouwden [appellante sub 2] ook niet meer. De rol van executeur van Leijen is aan de orde geweest waarvan mr Paardekooper heeft aangegeven dat de heer van Leijen veel te veel regie had over de financiën en het vermogen van ons beiden, omdat hij executeur tevens vermogensbeheerder en de aangiften IB voor ons verzorgde. Verder zijn de mogelijkheden besproken om [de moeder] te beschermen als ik onverhoopt zou wegvallen en het vertrouwen dat [de moeder] en ikzelf in onze jongste dochter [geïntimeerde] hadden, uitdrukkelijk aan de orde geweest. Mr. Paardekooper heeft de vrijwillig onder bewindstelling aangereikt als oplossing. Tot slot hebben we onze medische wensen met mr. Paardekooper besproken. Ik heb mevrouw Paardekooper direct kenbaar gemaakt tijdens ons eerste bezoek dat ik [appellant sub 1] en [appellante sub 2] wilde onterven. [de moeder] vond dat nog te vroeg en ik heb met haar ingestemd.
(...)
Periode maart 2011 – juni 2011. (…) Mr Paardekooper vertelde ik mijn gevoel over de heer van Leijen en de weigering van de heer van Leijen op mijn verschillende verzoeken tot informatie over mijn vermogen en financiën. Mr Paardekooper heeft ons aangeraden om een gesprek met de heer van Leijen te beleggen en hoor en wederhoor te plegen met een onafhankelijk deskundige. De heer Roland Geerdink werd aanbevolen en het gesprek heeft plaatsgehad. Het gesprek bij ons thuis verliep stroef. Ik was totaal ontluisterd door de antwoorden van Van Leijen op de vragen van de heer Geerdink. Niet [geïntimeerde] heeft de vragen gesteld maar Roland Geerdink. De reden dat zij bij dit gesprek aanwezig was, is omdat zij mede bewindvoerder was over [de moeder] en daarmee mede verantwoordelijk over het vermogen en de financiën van haar, [de moeder] . Roland Geerdink heeft een onderzoek op mijn verzoek gepleegd en de resultaten aan mij gegeven. Dat was de aanleiding om de (advies)overeenkomst met de heer van Leijen op te zeggen. (...) Op aanraden van Herman Weenink zijn de door mr Paardekooper opgemaakte testamenten voor advies naar mr. Coby Wijts in Haarlem gestuurd met het verzoek de testamenten zo eenduidig mogelijk te maken en om ons te adviseren over de mogelijkheden van juridische onterving van [appellant sub 1] en [appellante sub 2] maar niet in financiële zin. Mede omdat ik en [de moeder] als executeur van onze wederzijdse testamenten geen behoefte meer hadden om door [appellant sub 1] en [appellante sub 2] omver te worden gelopen, want dat gevoel hadden wij heel sterk. Mr. Wijts heeft hieraan gevolg gegeven. Mr. Wijts heeft de afwijkingen en aanvullingen ten opzichte van onze testamenten opgemaakt door mr. Paardekooper in een samenvatting opgesteld en naast de volledige concept testamenten aan ons toegezonden op adres [adres] te [plaats] . De concept testamenten en de samenvatting hebben [de moeder] en ik uitvoerig bestudeerd en besproken. Mevrouw Ruuls heb ik telefonisch laten weten dat [de moeder] en ikzelf het eens waren met de (her)nieuwde inhoud van de testamenten.
(...)
Op 1 augustus 2011 is mr Wijts bij ons thuis gekomen met 2 getuigen om de testamenten te passeren. (...) Mijn jongste dochter heeft [de moeder] niet naar de wc gebracht. [geïntimeerde] heeft haar wel uit de kamer begeleid. Daarna heeft het verplegend personeel, aanwezig op dat moment (er was 24/7 verpleging en verzorging in huis) haar naar de wc begeleid en teruggebracht waarna het voorlezen van de testamenten werd hervat.
(...)
Mijn oudste zoon [appellant sub 1] en oudste dochter [appellante sub 2] hebben met alle middelen die hen ter beschikking stonden mij onder curatele trachten te zetten. Dit is per Beschikking per 30 oktober jongsteleden afgewezen. (...) Het is een schande dat zij mij, hun vader, onder curatele trachten te zetten, terwijl ik 90 jaar ben, mijn liefde van mijn leven heb verloren, [de moeder] , hun eigen moeder en niet weet waarmee en waartoe ik de draad weer moet oppakken. De intenties van [appellant sub 1] en [appellante sub 2] zijn na alles wat er is gebeurd in de afgelopen jaren niet anders samen te vatten dan controle over mij en [de moeder] te krijgen in emotionele, mentale en financiële zin. De systematische planning van de acties en Rechtszaken (juli 2011, 23 Oktober 2012, nu de aanvechting Testament) van [appellant sub 1] en [appellante sub 2] wijzen meer op hun valse intenties en doelstellingen waarvan zij mijn jongste dochter beschuldigen. Ik sta volkomen achter de goede intenties van mijn jongste dochter [geïntimeerde] , en twijfel geen moment aan haar.
(...)
Ik bepaal zelf wat ik wil en niet mijn kinderen [appellant sub 1] en [appellante sub 2] .
(...)
Slot verklaring comparant
Ik wens nog enkele verklaringen door mij ondertekend aan deze akte toe te voegen, waaronder mijn getuigenis van tweeëntwintig november tweeduizend twaalf dat ik mijn zoon [appellant sub 1] en dochter [appellante sub 2] niet meer wens te zien, spreken of horen.”