ECLI:NL:GHAMS:2018:2815

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
6 augustus 2018
Publicatiedatum
7 augustus 2018
Zaaknummer
23-003912-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling wegens wederspannigheid, belediging en bedreiging van politieambtenaren

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 6 augustus 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1985 en thans zonder bekende woon- of verblijfplaats, was eerder veroordeeld voor het bedreigen, beledigen en zich verzetten tegen politieambtenaren. De tenlastelegging omvatte bedreigingen met de dood en beledigende uitlatingen richting de verbalisanten, alsook verzet tijdens zijn aanhouding op 18 juli 2017 te Den Helder. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de hem ten laste gelegde feiten en heeft het vonnis van de politierechter vernietigd. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken, waarbij het hof de ernst van de feiten en de eerdere veroordelingen van de verdachte in overweging heeft genomen. De vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde taakstraf is afgewezen, omdat deze straf reeds was geëxecuteerd. Het hof heeft de wettelijke voorschriften toegepast zoals deze golden ten tijde van het bewezen verklaarde.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003912-17
datum uitspraak: 6 augustus 2018
VERSTEK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 20 oktober 2017 in de strafzaak onder de parketnummers 15-135886-17 en 15-143836-15 (TUL) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1985,
thans zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
23 juli 2018.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.

Tenlastelegging

Gelet op de ter terechtzitting in hoger beroep door het gerechtshof toegelaten wijziging is aan de verdachte ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 18 juli 2017 te Den Helder een of meer ambtenaren, te weten [verbalisant 1] , hoofdagent van politie en/of [verbalisant 2] , hoofdagent van politie heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [verbalisant 1] en/of [verbalisant 2] dreigend de woorden toe te voegen 'ik ga je vermoorden' en/of 'ik ga thuis je vriendin verkrachten en vermoorden' en/of 'ik onthoud je gezicht. Ik schiet je door je kop als ik een wapen heb. Als ik jouw vuurwapen in mijn handen krijg schiet ik je ook door je kop. Je moet scherp blijven, ook in privé tijd. Ik onthoud je gezicht. Ook pak ik je vriendin. Als ik haar tegenkom dan verkracht ik haar en maak ik haar dood. Ik hoop dat je familie sterft aan kanker’, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2
hij op of omstreeks 18 juli 2017 te Den Helder opzettelijk een of meer ambtenaren, te weten [verbalisant 1] , hoofdagent van politie en/of [verbalisant 2] , hoofdagent van politie, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van hun bediening, in hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hen de woorden toe te voegen: 'kankerhond' en/of 'kankerflikker' en/of 'kankerlijer', althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
3
hij op of omstreeks 28 juli 2017 te Den Helder, zich met geweld en/of bedreiging met geweld, heeft verzet tegen een of meer (opsporings)ambtenaren, te weten [verbalisant 1] , hoofdagent van politie en/of [verbalisant 2] , hoofdagent van politie, werkzaam in de rechtmatige oefening van zijn/hun bediening, te weten de aanhouding van de verdachte ter zake van een of meer op heterdaad geconstateerde strafbare feiten (onverzekerd rijden in een motorrijtuig en/of rijden zonder geldig rijbewijs) en/of de (daarop volgende) overbrenging van de aangehouden verdachte in een dienstvoertuig naar een bureau van politie te Den Helder (ter voorgeleiding aan een hulpofficier van justitie), doordat hij, verdachte, (zakelijk weergegeven):
- vanaf de achterbank van vermeld dienstvoertuig trappende bewegingen heeft gemaakt en/of heeft gespuugd naar die [verbalisant 2] ;
- toen die [verbalisant 1] (daarop volgend) de op die achterbank geplaatste verdachte fysiek onder bedwang trachtte te houden (door op hem te gaan zitten) zich (krachtig) heeft bewogen in een richting tegen gesteld aan de richting waarin die [verbalisant 1] verdachte (met het oog op een ongestoorde overbrenging van verdachte naar het Politiebureau te Den Helder) trachtte te bewegen en/of houden.
Het hof stelt vast dat de tekst van de tenlastelegging onder 3 als pleegdatum 28 juli 2017 vermeldt. Zoals door de advocaat-generaal ter zitting aangegeven betreft het hier een kennelijke schrijffout. Het hof zal dit deel van de tenlastelegging verbeteren, in die zin dat als datum 18 juli 2017 wordt gelezen.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, reeds omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op 18 juli 2017 te Den Helder ambtenaren, [verbalisant 1] , hoofdagent van politie en [verbalisant 2] , hoofdagent van politie, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht door die [verbalisant 1] en [verbalisant 2] dreigend de woorden toe te voegen 'ik ga je vermoorden' en 'ik ga thuis je vriendin vermoorden' en ‘Ik schiet je door je kop als ik een wapen heb. Als ik jouw vuurwapen in mijn handen krijg schiet ik je ook door je kop. Ook pak ik je vriendin. Als ik haar tegenkom dan maak ik haar dood’.
2.
hij op 18 juli 2017 te Den Helder opzettelijk ambtenaren, te weten [verbalisant 1] , hoofdagent van politie en [verbalisant 2] , hoofdagent van politie, gedurende van de rechtmatige uitoefening van hun bediening, in hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hen de woorden toe te voegen: 'kankerhond' en 'kankerflikker' en 'kankerlijer'.
3.
hij op 18 juli 2017 te Den Helder, zich met geweld heeft verzet tegen opsporingsambtenaren, te weten [verbalisant 1] , hoofdagent van politie en [verbalisant 2] , hoofdagent van politie, werkzaam in de rechtmatige oefening van hun bediening, te weten de aanhouding van de verdachte ter zake van op heterdaad geconstateerde strafbare feiten - onverzekerd rijden in een motorrijtuig en rijden zonder geldig rijbewijs - en de daarop volgende overbrenging van de aangehouden verdachte in een dienstvoertuig naar een bureau van politie te Den Helder ter voorgeleiding aan een hulpofficier van justitie, doordat hij, verdachte:
- vanaf de achterbank van vermeld dienstvoertuig trappende bewegingen heeft gemaakt;
- toen die [verbalisant 1] daarop volgend de op die achterbank geplaatste verdachte fysiek onder bedwang trachtte te houden door op hem te gaan zitten, zich heeft bewogen in een richting tegen gesteld aan de richting waarin die [verbalisant 1] verdachte (met het oog op een ongestoorde overbrenging van verdachte naar het Politiebureau te Den Helder) trachtte te houden.
Hetgeen onder 1, 2 en 3 meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd.
Het onder 2 bewezen verklaarde levert op:
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meermalen gepleegd.
Het onder 3 bewezen verklaarde levert op:
Wederspannigheid.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De politierechter in de rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het in eerste aanleg onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 weken met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van verzet tijdens zijn aanhouding en overbrenging. Hij is door het lint gegaan en heeft tijdens het incident tevens de verbalisanten beledigd en op zeer nare wijze bedreigd met de dood. Uit de gedragingen van verdachte en de woorden die hij tegen politieambtenaren heeft geuit, komt het beeld naar voren dat verdachte geen respect had, dan wel heeft, voor politieambtenaren en het gezag dat zij vertegenwoordigen. Het hof acht het gedrag van verdachte zeer verwerpelijk en rekent hem dat zwaar aan.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 11 juli 2018 is hij eerder voor soortgelijke misdrijven onherroepelijk veroordeeld. Dit weegt in zijn nadeel.
Het hof acht, alles afwegende, een gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 57, 63, 180, 266, 267 en 285 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

Vordering tenuitvoerlegging

Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 23 oktober 2015, met parketnummer 15-143836-15, voorwaardelijk opgelegde taakstraf voor de duur van 20 uren.
Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Het hof zal de vordering tot tenuitvoerlegging afwijzen, nu gebleken is dat bij onherroepelijke beslissing van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 10 juli 2017 de gehele tenuitvoerlegging is gelast van de in de zaak met parketnummer 15-143836-15 opgelegde voorwaardelijke straf, en uit het de verdachte betreffende uittreksel uit de Justitiële Documentatie lijkt te volgen dat deze straf ook is geëxecuteerd .

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) weken.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Wijst af de vordering tenuitvoerlegging, met parketnummer 15-143836-15.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. G.M. Boekhoudt, mr. C.N. Dalebout en mr. M. Lolkema, in tegenwoordigheid van A.D. Renshof, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 6 augustus 2018.
mr. C.N. Dalebout is buiten staat dit arrest te ondertekenen.
[…]