ECLI:NL:GHAMS:2018:2814

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
6 augustus 2018
Publicatiedatum
7 augustus 2018
Zaaknummer
23-000175-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak poging tot diefstal in hoger beroep

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 6 augustus 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 3 januari 2017 was gewezen. De verdachte, Wesley Wielenga, was beschuldigd van poging tot diefstal van goederen uit een schuur van een Chinees restaurant in Alkmaar op 1 september 2016. Tijdens de zitting in hoger beroep op 23 juli 2018 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier weken had geëist. Het hof heeft echter geoordeeld dat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat de verdachte het oogmerk had om goederen te stelen. De verklaringen van de verdachte en de getuigen waren niet voldoende om de beschuldiging te onderbouwen. De verdachte ontkende dat hij in de schuur was om te stelen en de verklaringen van de aangever en getuigen boden onvoldoende bewijs voor de poging tot diefstal. Het hof heeft daarom het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten. Tevens werd de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf afgewezen, nu de verdachte werd vrijgesproken van de huidige beschuldiging.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000175-17
datum uitspraak: 6 augustus 2018
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 3 januari 2017 in de strafzaak onder de parketnummers 15-181485-16 en 15-037301-16 (TUL) tegen
Wesley WIELENGA,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1989,
wonende op [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 23 juli 2018 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 1 september 2016 te Alkmaar ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen uit een schuur, een gereedschapskist en/of gereedschap en/of andere goederen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Chinees Restaurant [naam 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, de schuurdeur heeft geopend en/of (vervolgens) de schuur is binnen gegaan en/of (vervolgens) de gereedschapskist en/of het gereedschap heeft gepakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, omdat het hof niet tot een bewezenverklaring komt.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 4 weken, met een proeftijd van 2 jaren.

Vrijspraak

Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.
Het hof overweegt op grond van de voorhanden zijnde bewijsmiddelen dat niet met een voldoende mate van zekerheid kan worden vastgesteld dat de verdachte het oogmerk had om goederen te stelen. De verdachte heeft verklaard dat hij onder invloed op 1 september 2016 in de schuur van het Chinees Restaurant [naam 1] in Alkmaar was. Hij heeft ontkend in de schuur te zijn geweest om iets te stelen. In de aangifte heeft de aangever [naam 2], kok bij het Chinese Restaurant, verklaard dat terwijl de verdachte uit de schuur kwam lopen het snoer van een apparaat vlak voor de deur van de schuur stond en de gereedschapskist geopend op de grond lag. Daarnaast heeft de aangever in de aangifte verklaard dat de gereedschapskist op zijn zijkant op de grond lag, alsof die van de plank was afgevallen of gepakt. In een later verhoor heeft de aangever verklaard dat hij de verdachte met een lasapparaat in zijn handen zag staan. De getuige [naam 3] heeft verklaard dat hij de degene was die de schuurdeur open deed, en daar (als eerste dus) een man in de schuur zag staan. De heer [naam 2] kwam er pas later bij. Nu de aangever [naam 2] in eerste instantie niet heeft verklaard over het aantreffen van de verdachte met een lasapparaat in zijn handen, de getuige [naam 3] hierover ook niet heeft verklaard, en de mogelijkheid dat de gereedschapskist van de plank is afgevallen strookt met de verklaring van de verdachte bij de politie, kan niet uit de omstandigheden worden afgeleid dat sprake is geweest van een poging tot het stelen van goederen door de verdachte.

Vordering tenuitvoerlegging

Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 2 mei 2016 met parketnummer 15-037301-16 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 1 week. Met dien verstande dat de gevangenisstraf zal worden omgezet in een taakstraf voor de duur van 30 uren.
Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Nu de verdachte zal worden vrijgesproken van het ten laste gelegde zal de vordering tot tenuitvoerlegging worden afgewezen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. G.M. Boekhoudt, mr. C.N. Dalebout en mr. M. Lolkema, in tegenwoordigheid van A.D. Renshof, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 6 augustus 2018.
mr. C.N. Dalebout is buiten staat dit arrest te ondertekenen.
=[.........]