ECLI:NL:GHAMS:2018:2807

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
6 augustus 2018
Publicatiedatum
7 augustus 2018
Zaaknummer
23-003847-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de kantonrechter inzake snelheidsovertreding met motorfiets

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 6 augustus 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, van 7 maart 2017. De verdachte, geboren in 1975, werd beschuldigd van het overschrijden van de maximumsnelheid met zijn motorfiets binnen de bebouwde kom van Julianadorp op 20 juli 2016. De tenlastelegging stelde dat hij met een snelheid van ongeveer 92 kilometer per uur reed, terwijl de toegestane maximumsnelheid 50 kilometer per uur was. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte inderdaad de snelheid heeft overschreden en heeft het vonnis van de kantonrechter vernietigd, omdat dit slechts een aantekening bevatte zonder een volledige uitspraak.

Het hof heeft de verdachte vrijgesproken van andere tenlasteleggingen die niet bewezen konden worden. De bewezenverklaring was gebaseerd op een proces-verbaal van een opsporingsambtenaar, waarin de snelheid van de verdachte werd vastgesteld met een gekalibreerde boordsnelheidsmeter. De verdachte werd eerder veroordeeld voor soortgelijke overtredingen, wat in zijn nadeel weegt.

Bij de strafoplegging heeft het hof rekening gehouden met de ernst van de overtreding, de omstandigheden waaronder deze is begaan, en de persoonlijke situatie van de verdachte. Uiteindelijk werd een geldboete van € 250,00 opgelegd, met daarnaast vijf dagen hechtenis, waarbij het hof een lagere straf heeft opgelegd dan door de advocaat-generaal was geëist, rekening houdend met de beperkte draagkracht van de verdachte.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003847-17
datum uitspraak: 6 augustus 2018
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, van 7 maart 2017 in de strafzaak onder parketnummer 96‑257753-16 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1975,
BRP-adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 23 juli 2018.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij, op of omstreeks 20 juli 2016, te Julianadorp, gemeente Den Helder, binnen de bebouwde kom, als bestuurder van een motorvoertuig (motorfiets) op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, [locatie], heeft gereden met een snelheid van ongeveer 92 kilometer per uur, in elk geval de aldaar voor motorvoertuigen toegestane maximumsnelheid van 50 kilometer per uur met meer dan 30 kilometer per uur heeft overschreden.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 395a van het Wetboek van Strafvordering.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 20 juli 2016, te Julianadorp, gemeente Den Helder, binnen de bebouwde kom, als bestuurder van een motorvoertuig (motorfiets) op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, [locatie], heeft gereden met een snelheid van ongeveer 92 kilometer per uur.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.

Bewijsmiddel

Een
proces-verbaal overtredingmet bonnummer 20.07.2016.2005.004084 van 26 juli 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
mededeling van bovengenoemde verbalisant:
Ik zag/constateerde dat een persoon een feit pleegde dat als volgt is omschreven:
overschrijding van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom; van 40 tot 45 km/h
Overtredingsgegevens/waarneming
Datum : 20-07-2016
Plaats : Julianadorp
Gemeente : Den Helder
Locatie : [locatie]
Binnen een als zodanig aangeduide bebouwde kom
Soort weg : Een weg, zijnde een voor het openbaar verkeer openstaande weg
Voertuig : Motorfiets
De werkelijke snelheid stelde ik vast m.b.v. de gekalibreerde boordsnelheidsmeter van het dienstvoertuig, door de bestuurder met een gelijkblijvende of vrijwel gelijkblijvende tussenafstand te volgen.
Afgelezen snelheid boordsnelheidmeter: 100 km per uur
Snelheid volgens kalibratietabel: 95 km per uur.
Werkelijke (gecorrigeerde) snelheid: 92 km per uur
Toegestane snelheid: 50 km per uur.
Overschrijding met: 42 km per uur.
Verdachte werd staande gehouden en verstrekt mij desgevraagd de volgende personalia:
Achternaam : [verdachte]
Voornamen : [verdachte]
Geboren : [geboortedag]1975
Geboortegemeente : [geboorteplaats]
Geslacht : mannelijk
Adres : Zonder vaste woon- of verblijfplaats.
Na aankomst op het politiebureau heeft de verdachte zich gelegitimeerd middels een kopie van een paspoort.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
overtreding van het bepaalde bij artikel 20, aanhef en onder a van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een geldboete ter hoogte van € 530,00, te vervangen door tien dagen hechtenis.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.
De raadsman van de verdachte heeft het hof verzocht rekening te houden met artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon en de draagkracht van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft in de bebouwde kom met zijn motorfiets met een snelheid gereden die de maximumsnelheid aanzienlijk heeft overschreden. Door te handelen zoals de verdachte heeft gedaan, heeft hij de verkeersveiligheid in gevaar gebracht en zijn verantwoordelijkheid als verkeersdeelnemer ernstig veronachtzaamd.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 11 juli 2018 is hij eerder ter zake van overtredingen van de Wegenverkeerswet 1994 onherroepelijk veroordeeld, hetgeen in zijn nadeel weegt.
Gelet op het bepaalde artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht houdt het hof rekening met de door dit hof bij arrest opgelegde straf in de gelijktijdig op 23 juli 2018 behandelde strafzaak (onder parketnummer 23.003866-16) en met de veroordeling van het gerechtshof Amsterdam van
30 maart 2018. Voorts blijkt uit het dossier in de gelijktijdig door dit hof behandelde strafzaak dat sprake is van een beperkte draagkracht bij de verdachte. Het voorgaande, in onderling verband bezien, leidt ertoe dat een lagere geldboete passend wordt geacht dan door de advocaat-generaal geëist.
Het hof acht, alles afwegende, een geldboete van na te melden hoogte passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op artikelen 20 en 92 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, de artikelen 23, 24, 24c en 63 van het Wetboek van Strafrecht en artikel 177 van de Wegenverkeerswet 1994.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 250,00 (tweehonderdvijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
5 (vijf) dagen hechtenis.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. C.N. Dalebout, mr. M. Lolkema en mr. G.M. Boekhoudt, in tegenwoordigheid van A.D. Renshof, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 6 augustus 2018.
mr. C.N. Dalebout is buiten staat dit arrest te ondertekenen.