Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
op of omstreeks 06 juli 2013 te Zaandam, gemeente Zaanstad, opzettelijk en wederrechtelijk een televisie en/of een radio en/of een parketvloer, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt, immers heeft zij, verdachte, (met) een stok en/of een vaas, althans (telkens) een hard voorwerp, tegen die televisie geslagen en/of gegooid en/of die radio op die parketvloer gegooid;
op of omstreeks 22 september 2012 te Zaandam, gemeente Zaanstad, opzettelijk en wederrechtelijk een auto, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt, immers heeft zij, verdachte, met een sleutel, althans een scherp voorwerp, over die auto gekrast.
Vonnis waarvan beroep
Vrijspraak van het onder 2 ten laste gelegde
Bewijsoverweging ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde
Bewezenverklaring
op 6 juli 2013 te Zaandam, gemeente Zaanstad, opzettelijk en wederrechtelijk een televisie, een radio en een parketvloer, ten dele toebehorende aan [slachtoffer], heeft beschadigd, immers heeft zij, verdachte, met een stok tegen die televisie geslagen en die radio op die parketvloer gegooid.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
€ 350,00 (driehonderdvijftig euro) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 1.210,00 (duizendtweehonderdtien euro) aan materiële schadeaf.
€ 350,00 (driehonderdvijftig euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
7 (zeven) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.