Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.ALLIANZ NEDERLAND SCHADEVERZEKERING N.V.,
DELTA LLOYD SCHADEVERZEKERING N.V.((mede) als rechtsopvolgster van SCHADEVERZEKERING MAATSCHAPPIJ ERASMUS N.V.),
AMLIN CORPORATE INSURANCE N.V.(voorheen genaamd dan wel als rechtsopvolgster van FORTIS CORPORATE INSURANCE N.V.),
GENERALI SCHADEVERZEKERING MAATSCHAPPIJ N.V.,
AEGON SCHADEVERZEKERING N.V.,
ACHMEA SCHADEVERZEKERINGEN N.V.,
REAAL SCHADEVERZEKERINGEN N.V.((mede) als rechtsopvolgster van NIEUWE HOLLANDSE LLOYD SCHADEVERZEKERINGMAATSCHAPPIJ N.V.),
ST. PAUL TRAVELERS INSURANCE COMPANY LIMITED,
HDI VERZEKERINGEN N.V.,
ZURICH VERSICHERUNGS-GESELLSCHAFT,
GERLING-KONZERN ALLGEMEINE VERSICHERUNGS-AG,
REAAL SCHADEVERZEKERINGEN N.V.,
1.Verder verloop van het geding
2.Verdere beoordeling
- Bestond in 2002 ter beurze een (vast) gebruik ten aanzien van de uitleg door de betrokken verzekeraar(s) en beursmakelaar(s) van een loss-limitbepaling als de onderhavige?Nota Bene: bij de beantwoording van deze vraag gaat het om het al dan niet bestaan van een (vast) gebruik; het is niet de bedoeling dat de deskundigen bij gebreke daarvan hun eigen visie geven op hoe de loss-limitbepaling moet worden uitgelegd.
- Zo het antwoord op vraag 1 positief is, hoe luidde dit gebruik?
- Zo het antwoord op vraag 1 positief is, hoe wordt dit gebruik toegepast in een geval als het onderhavige, waarbij een verzekerde som van € 14.913.131,= (89,5% hiervan bedraagt € 13.347.252,=) en een loss-limit van € 7.500.000,= zijn overeengekomen, terwijl door verzekeraars is ingetekend voor 89,5% en de schade uitstijgt boven de € 7.500.000,=?
- Heeft u voor het overige nog opmerkingen die van belang zijn?
door de deskundigen, en niet op een uitleg volgens vast beursgebruik. Het hof laat deze en andere beschouwingen van de deskundigen waarbij de loss-limitbepaling door hen wordt uitgelegd buiten beschouwing (het hof had de deskundigen uitdrukkelijk gevraagd deze bepaling niet zelf uit te leggen).
vooralmoet worden uitgelegd aan de hand van objectieve factoren, juist is. Het woord
vooralmaakt duidelijk dat eventuele subjectieve factoren kunnen worden meegewogen, maar geen der partijen heeft gesteld dat over de inhoud van de polis en de loss-limitbepaling als zodanig (in de zin van de tekst en betekenis daarvan) is onderhandeld. Evenmin is gesteld dat is onderhandeld over de consequenties die het niet voltekenen zou hebben.
“In aansluiting op ons faxbericht van 28 december 2001 kunnen wij mededelen dat wij, op basis van bijgaande dekkingsbevestiging, op dit moment 89% dekking hebben. (…) Voor de goede orde vermelden wij nog dat, in geval van schade, de maximum aansprakelijkheid voor verzekeraars EUR 7.500.000 bedraagt. (…) Graag vernemen wij van u of verzekerde met ons prolongatievoorstel akkoord gaat.”. Daargelaten hoe deze citaten moeten worden gelezen, kan hieruit in elk geval geen gezamenlijk voorstel door Allianz c.s. aan Parcan worden afgeleid omdat de brief is geschreven door [A] (die optrad namens [X] ) en niet door Allianz c.s. dan wel een vertegenwoordiger van hen. Om dezelfde reden kunnen de citaten er niet toe hebben geleid dat voormeld (door [X] gesteld) gerechtvaardigd vertrouwen bij [X] is ontstaan. Ten overvloede wordt overwogen dat [A] wist dat het intekenen op een beurspolis in het kader van co-assurantie door elke verzekeraar voor zich gebeurt, waarbij elke verzekeraar het percentage bepaalt waarvoor hij bereid is in het risico te delen (en bij schade, betaalt). Die kennis wordt aan [X] toegerekend. Tegen deze achtergrond is voor gerechtvaardigd vertrouwen meer nodig dan de combinatie van een overschreden loss-limit en het niet volgetekend zijn van de beurspolis.