Uitspraak
- de raadsman heeft gebruik gemaakt van de mogelijkheid de audiovisuele opnamen van de studioverhoren van de kinderen te bekijken en beluisteren;
- de verdediging is expliciet in de gelegenheid gesteld te verzoeken de opnamen van die studioverhoren ter terechtzitting in hoger beroep te doen afspelen; het hof heeft ambtshalve beslist gedeelten van die audiovisuele opnamen van de studioverhoren van 6 kinderen te bekijken en beluisteren, hetgeen ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 20 en 21 juni 2018; de raadsman en de verdachte hebben opmerkingen kunnen maken over de waarnemingen van het hof van die audiovisuele opnamen en hebben de bevindingen van hun eigen waarnemingen van die opnamen naar voren kunnen brengen;
- de verdediging heeft – op eigen initiatief – een rapport doen opstellen over de betrouwbaarheid van de verklaringen die de kinderen tijdens de studioverhoren hebben afgelegd en heeft dit rapport in het geding gebracht;
- de ouders die aangifte hebben gedaan, alsmede direct betrokken familieleden aan wie het desbetreffende kind eveneens over vermeende ontucht door de verdachte had verteld, zijn door de rechter-commissaris of raadsheer-commissaris gehoord in bijzijn van de raadsman die aan hen vragen heeft kunnen stellen.
- de verdachte ging tijdens de zwemles in het zwembad met zijn hand in de zwembroek van het kind en betastte dan het blote geslachtsdeel van het kind. In zaak 8b betastte hij de billen van het kind en in de zaken 5 en 19 betastte de verdachte de penis telkens over de zwembroek heen, maar voor deze feiten geldt dat deze op andere onderdelen onderlinge gelijkenis vertonen.
- de betastingen door de verdachte vonden vrijwel steeds plaats terwijl hij met de kinderen in het water meeliep en de kinderen op de rug zwommen en/of de vissenstaart oefenden (de term die de verdachte gaf voor de techniek voor de schoolslag met de benen) en/of iets fout deden (het hof begrijpt: de zwemslag niet correct uitvoerden).
- de betastingen waren in de beleving van de kinderen niet per ongeluk, maar ‘expres’; verder spraken verschillende kinderen over knijpen, kneden en/of kriebelen.
weergebruikte
.
de auditu-verklaringen van de moeder van [slachtoffer 3] . Het hof is van oordeel dat dit op zichzelf ontoereikend is en ziet geen grond hier schakelbewijs toe te passen, aangezien de verklaringen van de moeder van [slachtoffer 3] daarvoor onvoldoende specifieke kenmerken bevatten van (de context van) de tenlastegelegde handelingen. De verdachte moet dan ook van dit feit worden vrijgesproken.
de auditu-verklaringen van de ouders van [slachtoffer 9] . Het hof is van oordeel dat dit op zichzelf ontoereikend is en ziet geen grond hier schakelbewijs toe te passen, aangezien de verklaringen van de ouders van [slachtoffer 9] daarvoor onvoldoende specifieke kenmerken bevatten van (de context van) de tenlastegelegde handelingen. De verdachte moet dan ook van dit feit worden vrijgesproken.
het hof begrijpt: de vagina) mochten zitten”, vroeg hij of iemand anders aan haar fluts had gezeten. Hierop antwoordde [slachtoffer 12] dat de verdachte dat wel eens had gedaan.
de auditu-verklaringen van de ouders niet tot het bewijs kunnen worden gebezigd. Bij gebrek aan ander bewijs moet de verdachte dan ook van dit feit worden vrijgesproken.
blotepenis. De verdachte zal daarom van dit onderdeel worden vrijgesproken en de bewezenverklaarde periode zal worden beperkt tot 1 januari 2013 tot en met 10 april 2013.
meermalen gepleegd.
het hof begrijpt: 11) maart 2015. Nu uit de processen-verbaal van die zittingen blijkt dat op 11 maart 2015 – de dag waarop het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg is gesloten – geen van de wettelijke vertegenwoordigers van het slachtoffer aanwezig was, bepaalt het hof de (wel) gemaakte kosten voor het bijwonen van de zittingen op € 57,94; de resterende € 28,98 komen niet voor vergoeding in aanmerking.
het hof begrijpt: 11) maart 2015. De rechtbank heeft de vordering op dit punt – naar het hof uit het vonnis begrijpt – toegewezen tot een bedrag van € 53,86 omdat op 11 maart 2015 – de dag waarop het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg is gesloten – geen van de wettelijke vertegenwoordigers van het slachtoffer aanwezig was. Het hof sluit zich hierbij aan.
het hof begrijpt: 11) maart 2015. Nu uit de processen-verbaal van die zittingen blijkt dat op 11 maart 2015 – de dag waarop het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg is gesloten – geen van de wettelijke vertegenwoordigers van het slachtoffer aanwezig was, bepaalt het hof de (wel) gemaakte kosten voor het bijwonen van de zittingen op € 46,77; de resterende € 23,38 komen niet voor vergoeding in aanmerking.
het hof begrijpt: 11) maart 2015. Nu uit de processen-verbaal van die zittingen blijkt dat de zaak van [slachtoffer 14] gelijktijdig met die van [slachtoffer 13] is behandeld, dat op 11 maart 2015 – de dag waarop het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg is gesloten – geen van de wettelijke vertegenwoordigers van het slachtoffer aanwezig was en het hof reeds heeft bepaald dat ten behoeve van de zittingen van 3 maart 2015 en 5 maart 2015 gemaakte reis- en parkeerkosten voor het bijwonen van de behandeling van de zaak van [slachtoffer 13] onder de kosten als bedoeld in artikel 592a Sv vallen, ziet het hof geen aanleiding de verdachte te veroordelen in betaling van voormeld bedrag van € 88,79.
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) jaren.
1 (één) jaar, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
10 (tien) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende deze proeftijd ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
- de verdachte gedurende de proeftijd niet het vak van zwemleraar zal uitoefenen;
- de verdachte gedurende de proeftijd geen werkzaamheden of activiteiten zal verrichten met minderjarigen die de leeftijd van zestien jaren nog niet hebben bereikt, noch beroepsmatig noch als vrijwilliger, met dien verstande dat onder dit verbod niet zijn begrepen sociale contacten met kinderen in de familie- of relatiesfeer.
€ 1.000,00 (duizend euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€9,00 (negen euro).
€ 1.000,00 (duizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
20 (twintig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
aanvangsdatumvan de
wettelijke rentevoor de immateriële schade op
10 februari 2014.
€57,94 (zevenenvijftig euro en vierennegentig cent).
€190,06 (honderdnegentig euro en zes cent).
€ 1.000,00 (duizend euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 52,50 (tweeënvijftig euro en vijftig cent) aan materiële schade(kosten met betrekking tot het ziekenhuisbezoek en telefoonkosten) af.
€51,00 (eenenvijftig euro).
€ 1.000,00 (duizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
20 (twintig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
aanvangsdatumvan de
wettelijke rentevoor de immateriële schade op
1 januari 2013.
€ 1.000,00 (duizend euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 1.000,00 (duizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
20 (twintig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
aanvangsdatumvan de
wettelijke rentevoor de immateriële schade op
10 februari 2014.
€ 1.000,00 (duizend euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 1.000,00 (duizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
20 (twintig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
aanvangsdatumvan de
wettelijke rentevoor de immateriële schade op
18 februari 2014.
€ 1.000,00 (duizend euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€46,77 (zesenveertig euro en zevenenzeventig cent).
€ 1.000,00 (duizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
20 (twintig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
aanvangsdatumvan de
wettelijke rentevoor de immateriële schade op
18 februari 2014.
€ 1.000,00 (duizend euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 1.000,00 (duizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
20 (twintig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
aanvangsdatumvan de
wettelijke rentevoor de immateriële schade op
1 augustus 2013.
€23,18 (drieëntwintig euro en achttien cent).