ECLI:NL:GHAMS:2018:2559

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
29 juni 2018
Publicatiedatum
19 juli 2018
Zaaknummer
000399-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tenuitvoerlegging van voorwaardelijke gevangenisstraf na niet-naleving bijzondere voorwaarden

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 29 juni 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de vordering van de advocaat-generaal tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf. De veroordeelde, geboren in 1990, was eerder veroordeeld tot een taakstraf van 120 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand met een proeftijd van 2 jaren. De bijzondere voorwaarden omvatten onder andere meldplicht bij de Reclassering Nederland en deelname aan een training. De advocaat-generaal heeft op 3 april 2018 de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke gevangenisstraf gevorderd, omdat de veroordeelde de bijzondere voorwaarden niet had nageleefd. Tijdens de openbare terechtzitting op 15 juni 2018 is de vordering behandeld, waarbij de veroordeelde niet aanwezig was. De reclasseringswerker heeft verklaard dat de veroordeelde meerdere keren niet op afspraken is verschenen en dat hij niet reageert op correspondentie. Het hof heeft vastgesteld dat de veroordeelde de opgelegde voorwaarden niet heeft nageleefd en heeft besloten de voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand ten uitvoer te leggen. De beslissing is genomen door de rechters M.J.A. Plaisier, R.D. van Heffen en R.P. den Otter, en is uitgesproken in aanwezigheid van griffier K. van der Togt.

Uitspraak

beslissing
GERECHTSHOF AMSTERDAM
rekestnummer: 000399-18
parketnummer: 23-002694-16
BESLISSING NA VOORWAARDELIJKE VEROORDELING
Het hof beslist als volgt naar aanleiding van de ter griffie van dit gerechtshof ingekomen vordering van de advocaat-generaal bij dit hof van 3 april 2018, betreffende het op 12 juli 2017 onherroepelijk geworden arrest van dit gerechtshof van 27 juni 2017 in de strafzaak onder bovenvermeld parketnummer tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] [geboortedatum] 1990,
adres: [adres].
De veroordeelde is bij genoemd arrest veroordeeld tot een taakstraf van 120 uren en een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand met een proeftijd van 2 jaren, onder de bijzondere voorwaarden dat hij:
- zich gedurende zijn proeftijd zal melden bij de Reclassering Nederland, zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- zal deelnemen aan de GI Training Cognitieve Vaardigheden (CoVa), die 12 trainingsbijeenkomsten van 2 uur (groepstraining) en 3 individuele bijeenkomsten van 1 uur beslaat;
- zal meewerken aan het realiseren van een adequate dagbesteding, bij voorkeur in de vorm van betaald werk;
- zal meewerken, indien nodig, aan het realiseren van plaatsing in een voorziening voor begeleid wonen.

Inhoud van de vordering

De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting in hoger beroep de tenuitvoerlegging van de bij voornoemd arrest voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf gevorderd.

Procesgang

Het hof heeft kennis genomen van de bij de vordering overgelegde stukken in de strafzaak met bovengenoemd parketnummer, waaronder een aan het parket van de advocaat-generaal gericht ‘Advies aan opdrachtgever toezicht’ van 19 maart 2018, ondertekend door [naam 1] en [naam 2], reclasseringswerker en unitmanager bij Reclassering Nederland.
De vordering is behandeld op de openbare terechtzitting van 15 juni 2018.
Daar zijn gehoord mr. K.J. Zeegers, advocaat te Amsterdam, en [naam 1] van Reclassering Nederland.
De veroordeelde is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.
De raadsman heeft afwijzing van de vordering bepleit.

Beoordeling

De veroordeelde is tot de voorwaardelijke gevangenisstraf veroordeeld waarvan thans de tenuitvoerlegging wordt gevorderd.
De vordering is tijdig door de advocaat-generaal ingesteld.
Blijkens het advies van 19 maart 2018 van de Reclassering en de toelichting hierop door [naam 1] ter terechtzitting in hoger beroep heeft de veroordeelde de bijzondere voorwaarden niet nageleefd. De veroordeelde is meerdere keren zonder bericht vooraf niet verschenen op zijn meldplicht. Hij heeft hiervoor op 15 januari 2018 een berisping en op 7 maart 2018 een officiële waarschuwing gekregen. De veroordeelde laat steeds pas achteraf weten waarom hij niet op afspraken is verschenen. Volgens de reclasseringswerker
[naam 1] komt de veroordeelde dwingend en geagiteerd over en heeft hij er moeite mee als hij dingen ‘moet’ doen. De reclasseringswerker heeft daarom getracht de meldplicht van de veroordeelde te combineren met andere afspraken die samenhangen met de bijzondere voorwaarden betreffende de veroordeling, zoals een intake voor gedragsinterventie en een afspraak voor ambulante begeleiding. Ook op deze afspraken is de veroordeelde zonder bericht vooraf niet verschenen.
In voornoemd advies is verder opgenomen dat het houden van toezicht voor de reclassering ook niet mogelijk is omdat hij niet reageert op correspondentie.
Het hof stelt gelet op het voorgaande vast dat de veroordeelde de opgelegde bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd. Van bijzondere omstandigheden die tot een ander oordeel zouden moeten leiden is het hof niet gebleken. Het hof zal gelasten dat de niet ten uitvoer gelegde maand gevangenisstraf alsnog zal worden ten uitvoer gelegd.

Beslissing

Het hof:
Wijst toede vordering van de advocaat-generaal tot tenuitvoerlegging van de bij arrest van 27 juni 2017 voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 1 (één) maand.
Deze beslissing is genomen door mr. M.J.A. Plaisier, mr. R.D. van Heffen en mr. R.P. den Otter, in tegenwoordigheid van mr. K. van der Togt, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 29 juni 2018.