ECLI:NL:GHAMS:2018:2412
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verrekening van polissen levensverzekering en overgespaarde inkomsten in het kader van huwelijkse voorwaarden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, gaat het om een geschil tussen een vrouw en een man over de verrekening van polissen levensverzekering en overgespaarde inkomsten in het kader van huwelijkse voorwaarden. Partijen zijn in 1975 gehuwd onder huwelijkse voorwaarden, waarbij is bepaald dat er geen gemeenschap van goederen bestaat. Hun huwelijk is op 22 januari 2018 ontbonden. De vrouw heeft in hoger beroep verzocht om inzage in de financiële bescheiden van de man en om een aantal vorderingen, waaronder een vordering op de man ter hoogte van de uitkeringen van levensverzekeringen. De man heeft in incidenteel hoger beroep verzocht om betaling van een bedrag van fl. 15.000,- dat de vrouw volgens hem aan hem verschuldigd is op basis van een schuldbekentenis.
Het hof heeft de verzoeken van de vrouw afgewezen, omdat zij onvoldoende bewijs heeft geleverd voor haar stellingen over de overgespaarde inkomsten en de polissen. Het hof oordeelt dat de man niet verplicht is om meer financiële gegevens te verstrekken dan hij al heeft gedaan, en dat de vrouw geen recht heeft op de waardestijging van de woning. De verzoeken van de man in incidenteel hoger beroep zijn ook afgewezen, omdat het hof van oordeel is dat het onaanvaardbaar zou zijn om de vrouw te verplichten tot betaling van het bedrag van fl. 15.000,- onder de gegeven omstandigheden. De beschikking van de rechtbank is bekrachtigd en de proceskosten zijn gecompenseerd.