ECLI:NL:GHAMS:2018:2302

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
28 juni 2018
Publicatiedatum
6 juli 2018
Zaaknummer
23-001685-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Belediging van politieambtenaren in Amsterdam met grove taaluitingen

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 28 juni 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld voor belediging van politieambtenaren, waarbij hij hen op 22 januari 2017 in Amsterdam had beledigd met grove taal. De verdachte had de woorden "Fuck You" en "Racists, you are fucking racists" geuit tegen de politieambtenaren tijdens de rechtmatige uitoefening van hun functie.

De raadsman van de verdachte voerde aan dat er sprake was van een onherstelbaar vormverzuim, omdat de verdachte na zijn aanhouding niet binnen de zes uur in vrijheid was gesteld en hem ten onrechte geen transactie was aangeboden. Het hof verwierp deze verweren, omdat de raadsman niet voldoende had onderbouwd waarom dit zou moeten leiden tot strafvermindering. Bovendien bleek uit het proces-verbaal dat de verdachte wel degelijk een transactie was aangeboden.

Het hof oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan de tenlastegelegde belediging. De eerdere veroordeling werd vernietigd, en het hof legde dezelfde straf op als de politierechter, namelijk een geldboete van € 200,- of vier dagen hechtenis. Het hof benadrukte de ernst van de belediging van politieambtenaren en het belang van respect voor hun functie. De verdachte had geen eerdere veroordelingen in Nederland, wat in zijn voordeel werd meegewogen.

De beslissing van het hof was gebaseerd op de artikelen 23, 24, 24c, 57, 266 en 267 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze golden ten tijde van het bewezen verklaarde. Het hof verklaarde de verdachte strafbaar en legde de geldboete op, die recht deed aan de ernst van de feiten.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001685-17
datum uitspraak: 28 juni 2018
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 10 mei 2017 in de strafzaak onder parketnummer 13-013426-17 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1998,
adres: [adres],
zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 14 juni 2018.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 22 januari 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, opzettelijk één of meer ambtena(a)r(en), [naam 1] (hoofdagent van Politie Eenheid Amstrerdam) en/of [naam 2] (inspecteur van Politie Eenheid Amsterdam), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/hun bediening, in zijn/hun tegenwoordigheid, mondeling heeft/hebben beledigd, door hem/hen de woorden toe te voegen: "Fuck You" en/of "Fuck you cunts" en/of "Racist" en/of "Racists, you are fucking racists", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.
Bespreking van de ter terechtzitting gevoerd verweren
De raadsman heeft zich ter terechtzitting in hoger beroep op het standpunt gesteld dat de verdachte na zijn aanhouding buiten de zes uurs-termijn in vrijheid is gesteld en dat hem ten onrechte geen transactie is aangeboden hetgeen als consequentie zou moeten hebben dat de verdachte hiervoor zou moeten worden gecompenseerd.
Het hof begrijpt de verweren van de raadsman aldus, dat hij meent dat sprake is geweest van een onherstelbaar vormverzuim in het voorbereidend onderzoek, als bedoeld in artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) hetgeen zou moeten leiden tot strafvermindering.
De raadsman heeft evenwel niet duidelijk en gemotiveerd aan de hand van de factoren zoals genoemd in het tweede lid van artikel 359a Sv aangegeven waarom het gestelde vormverzuim tot strafvermindering zou dienen te leiden. Van enig responsie-plichtig verweer is dan ook geen sprake, zodat het hof daaraan voorbij gaat.
Het verweer van de raadsman dat de verdachte ten onrechte geen transactie is aangeboden faalt reeds op de grond dat het feitelijke grondslag mist nu in het proces-verbaal van bevindingen van 22 januari 2017 opgemaakt door R. Haarnack is gerelateerd dat de verdachte een transactie is aangeboden. Het hof ziet geen aanleiding te twijfelen aan de juistheid van dit op ambtseed opgemaakte proces-verbaal.
Het verweer wordt verworpen.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 22 januari 2017 te Amsterdam opzettelijk ambtenaren [naam 1] (hoofdagent van Politie Eenheid Amsterdam) en [naam 2] (inspecteur van Politie Eenheid Amsterdam), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van hun bediening, in hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hen de woorden toe te voegen: "Racists, you are fucking racists".
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De politierechter heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een geldboete ter hoogte van € 200,-, subsidiair 4 dagen hechtenis.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon en de draagkracht van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan belediging van politieambtenaren. Door aldus te handelen heeft de verdachte het gezag en de integriteit van de politieambtenaren aangetast en hen in hun eer en goede naam geschaad. Hiermee heeft de verdachte blijk gegeven van veronachtzaming van in de samenleving geldende omgangsvormen, met name wat betreft het respecteren van politieambtenaren die hun werk moeten kunnen verrichten zonder dat zij daarbij worden beledigd.
Het hof houdt er in het voordeel van de verdachte rekening mee dat hij, blijkens een hem betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 31 mei 2018, niet eerder strafrechtelijk in Nederland is veroordeeld.
De in eerste aanleg opgelegde geldboete, die ook is gevorderd door de advocaat-generaal, doet recht aan de ernst en de aard van het bewezen verklaarde. Het hof zal daarom dezelfde geldboete opleggen.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 23, 24, 24c, 57, 266 en 267 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 200,00 (tweehonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
4 (vier) dagen hechtenis.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. S.M.M. Bordenga, mr. N.A. Schimmel en mr. A.E. Kleene-Krom, in tegenwoordigheid van A.D. Renshof, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 28 juni 2018.