ECLI:NL:GHAMS:2018:2301
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van het vonnis in hoger beroep met toevoeging van bewijsmiddel in een strafzaak
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 28 juni 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 21 september 2017 was gewezen. De zaak betreft een strafzaak met parketnummer 13-091900-17, waarin de verdachte, geboren in 1977, in hoger beroep is gegaan tegen het eerder uitgesproken vonnis. Het hof heeft het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep op 14 juni 2018 gehouden en heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, alsook van de argumenten die door de verdachte en zijn raadsman zijn ingebracht.
Het hof heeft zich verenigd met het vonnis waarvan beroep en heeft dit bevestigd, met de toevoeging van een bewijsmiddel. Dit bewijsmiddel betreft een goederenbijlage van 7 april 2017, die als bijlage is gevoegd bij het proces-verbaal van aangifte. De goederenbijlage vermeldt verschillende items, waaronder bankpassen, een creditcard, en contant geld, met een totale waarde van 150 euro. Het hof heeft vastgesteld dat dit bewijsmiddel enkel is gebruikt ter aanvulling van de reeds aanwezige bewijsmiddelen in de zaak.
De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, waarin drie rechters zitting hadden. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken op de zitting van 28 juni 2018.