ECLI:NL:GHAMS:2018:2300

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
28 juni 2018
Publicatiedatum
6 juli 2018
Zaaknummer
23-003376-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van een vonnis in hoger beroep met toevoeging van bewijsmiddelen en artikel 63 Sr.

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 28 juni 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 21 september 2017 was gewezen. De zaak betreft een strafzaak met de parketnummers 13-091889-17 en 10-258404-16. De verdachte, geboren in 1989, heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis waarvan beroep. Tijdens de zitting op 14 juni 2018 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de raadsman. Het hof heeft besloten het vonnis te bevestigen, maar met de toevoeging van een bewijsmiddel en het artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht. Het bewijsmiddel betreft een geschrift, de 'goederenbijlage', die een opsomming bevat van verschillende goederen die aan de benadeelde zijn ontnomen, waaronder bankpassen, een creditcard en contant geld. Het hof heeft het vonnis bevestigd met inachtneming van deze aanvullingen en heeft de zaak afgesloten met de beslissing dat het vonnis waarvan beroep wordt bekrachtigd.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003376-17
datum uitspraak: 28 juni 2018
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 21 september 2017 in de strafzaak onder de parketnummers 13-091889-17 en 10-258404-16 (TUL) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1989,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 14 juni 2018 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen met dien verstande dat het hof:
  • de bewijsmiddelen aanvult met hierna te noemen bewijsmiddel;
  • het hof de bij de strafoplegging toe te passen artikelen aanvult met artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht.

Bewijsmiddel

Een geschrift, aangeduid als “goederenbijlage” van 7 april 2017, als bijlage gevoegd bij het als bewijsmiddel vermelde proces-verbaal van aangifte met nummer PL27RP/17-029528.
Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Benadeelde: [benadeelde]
Soort : PORTEMONNAIE
Hoeveelheid : 1 stuks merk : CASTELIJN BERENS
Soort : BANKPAS
Hoeveelheid : 1 stuks instantie : ING BANK
Soort : CREDITCARD
Hoeveelheid : 1 stuks instantie : ING BANK
Soort : BANKPAS
Hoeveelheid : 3 stuks instantie : ABN AMRO BANK
Soort : ZORGPAS
Hoeveelheid : 1 stuks merk : IZZ
Soort : ANWB-PAS
Hoeveelheid : 1 stuks
Soort : BANKBILJET
Aantal : 3 stuks valuta : EURO
Coupure : 50 land : Nederland
Waarde : 50.00 per stuk
Totale waarde : 150 EUR
Soort : PARKEERPAS
Hoeveelheid : 1 stuks merk : QPARKING
Soort : VAARBEWIJS
Hoeveelheid : 1 stuks
Soort : KENTEKENBEWIJS
Hoeveelheid : 1 stuks type : AUTO
Kentekenbewijs: 4-TRF-54
Het hiervoor vermelde bewijsmiddel is slechts gebezigd in verband met de inhoud van de andere bewijsmiddelen.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. S.M.M. Bordenga, mr. N.A. Schimmel en mr. A.E. Kleene-Krom, in tegenwoordigheid van A.D. Renshof, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 28 juni 2018.