ECLI:NL:GHAMS:2018:2229
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen beslissing van de voorzitter van de kamer voor gerechtsdeurwaarders inzake klacht tegen gerechtsdeurwaarder
In deze zaak heeft klaagster hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van de voorzitter van de kamer voor gerechtsdeurwaarders te Amsterdam. De klacht van klaagster tegen de gerechtsdeurwaarder was eerder door de voorzitter als kennelijk ongegrond afgewezen. Klaagster heeft op 10 augustus 2017 een beroepschrift ingediend, maar de gerechtsdeurwaarder heeft geen verweerschrift ingediend. Tijdens de openbare zitting op 13 juni 2018 zijn zowel klaagster als de gerechtsdeurwaarder niet verschenen. Het hof heeft vervolgens de ontvankelijkheid van klaagster in het hoger beroep beoordeeld. Volgens artikel 39 lid 2 van de Gerechtsdeurwaarderswet kan tegen de beslissing van de voorzitter van de kamer tot afwijzing van een klacht binnen veertien dagen verzet worden gedaan. Aangezien klaagster niet binnen deze termijn heeft gereageerd, oordeelt het hof dat zij niet-ontvankelijk is in haar hoger beroep. De beslissing van het hof is op 3 juli 2018 openbaar uitgesproken.