ECLI:NL:GHAMS:2018:2206
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- C.G. Kleene-Eijk
- G.J. Driessen - Poortvliet
- C.M.J. Peters
- Rechtspraak.nl
Huwelijksgoederenregime en toepasselijkheid van Marokkaans recht na echtscheiding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vrouw tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam, waarin werd vastgesteld dat Marokkaans recht van toepassing is op het huwelijksgoederenregime van partijen. De vrouw is op 27 september 2017 in hoger beroep gekomen van een beschikking van 28 juni 2017, waarin de rechtbank het verzoek van de vrouw om de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap vast te stellen, heeft afgewezen. De man heeft op 1 december 2017 een verweerschrift ingediend en nadere stukken ingediend in maart 2018. De zaak is op 22 maart 2018 ter terechtzitting behandeld, waarbij beide partijen zijn verschenen met hun advocaten.
Partijen zijn in 1996 gehuwd en hebben twee minderjarige kinderen. De vrouw heeft sinds 2014 de Belgische nationaliteit, terwijl de man de Marokkaanse nationaliteit heeft. De rechtbank heeft overwogen dat op basis van het Haags Huwelijksvermogensverdrag 1978 het huwelijksvermogensregime wordt beheerst door het Marokkaanse recht, omdat partijen ten tijde van de huwelijkssluiting de Marokkaanse nationaliteit gemeenschappelijk hadden. De vrouw betwist dat er sprake moet zijn van een onafgebroken periode van tien jaar verblijf in Nederland na het huwelijk, maar het hof concludeert dat de man niet gedurende meer dan tien jaar zijn gewone verblijfplaats in Nederland heeft gehad.
Het hof oordeelt dat de rechtbank terecht heeft vastgesteld dat Marokkaans recht van toepassing is op het huwelijksgoederenregime. De vrouw verzoekt om een vergoeding van 40% van het vermogen van de man, maar het hof oordeelt dat de vrouw niet voldoende heeft onderbouwd dat zij heeft bijgedragen aan de vermogensaanwas van de man. Uiteindelijk wordt de vrouw een vergoeding van € 10.080,- toegekend, wat 20% van de waarde van de woning bedraagt. De beschikking van de rechtbank wordt bekrachtigd, en de man wordt veroordeeld tot betaling aan de vrouw van dit bedrag.